Peter Faber voelt zich herontdekt door de reacties op zijn rol van de knorrige inspecteur Evert Beukering in ‘Van Speijk’. “Mijn beste tijd komt nog”, zegt hij.
Peter Faber voelt zich opnieuw ontdekt als acteur door de reacties op zijn rol van de knorrige inspecteur Evert Beukering in ‘Van Speijk’, de politieserie van Talpa. “De jongere generatie kijkt naar mijn acteren met een open blik: ‘Goh, die Faber kan wel wat’. Ik weet daarom bijna zeker dat er nog iets moois op mij wacht”, zegt de 62-jarige acteur dinsdag in Algemeen Dagblad.
Toen hij zelf voor het eerst naar de serie keek, schrok hij zich rot. “Wat een chagrijn. Wat een doorleefde hondenkop. Ik was mijn afstand kwijt, zag zelf het onderscheid tussen acteur en personage niet meer”, vertelt Faber. Misschien kwam de reactie wel omdat Evert een schrikbeeld voor hem is. “Hij staat redelijk dicht bij me, ik begrijp hem wel. Voor Evert is het niet natuurlijk meer om open en warm te zijn.”
Dat is niet hoe Faber zelf is. Sterker nog, hij gelooft dat elke ramp nieuwe kansen biedt. “Tegenslag blijft tegenslag”, zegt de acteur. “Maar je kunt er wel flexibel mee omgaan. Chagrijnig zijn is een keuze.” Faber is er dan ook van overtuigd dat zijn beste tijd nog komt.
De laatste aflevering van ‘Van Speijk’, waarin ook Bart Oomen en Tygo Gernandt meespelen, was zondag te zien bij Talpa. In augustus gaan de opnamen voor een nieuwe reeks van start.
[Novum]