De plannen van Minister van Economische zaken om restcapaciteit op de bovenregionale DAB+kavels te verdelen onder bestaande regionale stations geeft regionale stations de mogelijkheid om uit te groeien tot landelijke radiostations. Waar stations via FM beperkt worden in hun uitzendgebied, gelden deze regels niet voor DAB+.
Deze week startte Minister van Economische zaken een internetconsultatie ronde met betrekking tot de verdeling van restcapaciteit op de bovenregionale DAB+kavels. Hieruit blijkt dat de markt ‘op slot’ gaat voor nieuwe partijen. Als het aan de minister ligt, dan wordt de restcapaciteit uitsluitend toegewezen aan bestaande partijen.
Regionaal of landelijk?
Mochten de plannen van de minster doorgaan, dan wordt het voor sommige regionale commerciële omroepen mogelijk om in heel Nederland hun programma te gaan uitzenden en worden het dus landelijke commerciële omroepen.
De vraag die direct opduikt is natuurlijk mag dit zo maar? De minister schrijft in zijn verhaal hier het volgende over:
Benutting van de restcapaciteit levert een verdere bijdrage aan de digitalisering van de Nederlandse etherradio. Gelet op de doelstelling van het digitaliseringsbeleid (uiteengezet in een brief aan de Tweede Kamer van 23 juni 2009, Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 24 095, nr. 241) is het gewenst dat de huidige (commerciële) vergunninghouders in de bovenregionale kavel, waar mogelijk, extra capaciteit krijgen om de luisteraar ‘meer’ digitale radio te kunnen bieden.
Dat is reden om de restcapaciteit alleen voor deze doelgroep beschikbaar te stellen. Dit vloeit overigens ook voort uit het Nationaal Frequentieplan 2005. Dat plan bevat met het oog op de verdere digitalisering van de Nederlandse etherradio een koppeling tussen het gebruik van frequentiebanden voor analoge radio-omroep en voor digitale radio-omroep.
Toch gaat deze redenatie niet op
De minister behandelt de regionale commerciële omroepen als het ware als publieke omroepen en sluit daarmee nieuwkomers of radiostations, die al wel een vergunning (via kabel of internet) hebben van het CvdM, uit van deelname.
En gezien de Europese wetgeving mag dit niet. Het commerciële aspect is juist eerlijke competitie tussen aanbieders. Door deze regeling wordt er dus voorkeur gemaakt voor de al bestaande partijen en worden nieuwkomers weer buitengesloten.
Dit gebeurde in het verleden ook al op grond van zogenaamd onvoldoende capaciteit in de ether. Maar nu er dus kennelijk meer dan voldoende ruimte is, dreigt weer hetzelfde te gebeuren op DAB+ waar het juist de bedoeling was om meer diversiteit te verkrijgen.
Hamsteren
Ook voorziet de nieuwe regeling in het vergaren van de huidige omroepen van nog meer frequentie ruimte en mogen ze die in sommige DAB+ kavels naar hartenlust vergaren.
Het is hiernaast wenselijk dat er binnen een allotment een zekere spreiding in het aanbod is. Toepassing van een maximum voor de frequentiecapaciteit die per aanvrager verkregen kan worden, zou echter kunnen leiden tot het ongebruikt blijven van frequentiecapaciteit, wat eveneens ongewenst is.
Ook al is sprake van een gefaseerde toedeling c.q. verdeling van frequentiecapaciteit, de besluitvorming over de toewijzing van de verdeelde frequentiecapaciteit middels vergunningverlening vindt achteraf in één keer plaats. Zoals bepaald in het zesde lid wordt per capaciteitseenheid een vergunning verleend. Hiervoor is gekozen omdat dit de verhandelbaarheid van de vergunning ten goede komt. De omvang van de vergunning is op voorhand duidelijk voor een potentieel geïnteresseerde partij in tegenstelling tot de situatie waarin één vergunning verscheidene capaciteitseenheden kan betreffen. Daarnaast maakt deze werkwijze de overdracht van vergunningen minder bewerkelijk.
Kartelvorming?
Hiermee maakt de minister het mogelijk dat bestaande omroepen meerdere radiokanalen in handen krijgen en vergroot de minister dus de kans op kartelvorming. De vergunninghouders kunnen dus weer meerdere radiokanalen bemachtigen en verhuren, zoals ook nu gebeurt, aan andere marktpartijen.
Eerlijke concurrentie?
En daardoor bestaat dus de kans dat weer één partij meerdere radiokanalen opkoopt met als doel deze voor veel geld door te verhuren (door anderen omroepen zogenaamd een programma te laten produceren) en daarmee veel geld te verdienen. Ook dreigt hiermee het gevaar dat willekeur van die vergunninghouder bepaalt wie er wel een programma mag maken en wie niet, als bijvoorbeeld het nieuwe programma te concurrerend zou worden voor een ander radiostation van de eigenaar van de capaciteit, kan deze simpelweg de overeenkomst opzeggen en de ruimte zelf gaan gebruiken. De vraag is of dit wel eerlijke concurrentie is.
Weggevertjes
Opvallend is tevens dat deze vergunningen voor een appel en ei afgegeven worden aan de bestaande regionale marktpartijen. “De totale administratieve lasten voor een aanvraag van extra capaciteit zijn naar verwachting ca. € 98,- per aanvrager. Deze kosten zijn in principe eenmalig voor de looptijd van de vergunningen. De vergunningen worden verleend voor een periode tot en met 31 augustus 2017.”
De minister vergeeft in deze plannen dus voor ongeveer 98 euro per aanvrager de restruimte voor DAB+ alsof niemand anders deze etherruimte zou willen gebruiken en maakt hiermee alle kansen voor nieuwkomers onmogelijk onder eerlijke concurrentie bedingingen.
Oneerlijke concurrentie
Het ‘weggeven’ van capaciteit zorgt er voor dat de landelijke omroepen oneerlijke concurrentie gaat krijgen van omroepen die bijna niets voor hun etherruimte moeten betalen en zich verder nergens aan hoeven te gaan houden. Dit in schril contrast met de Landelijke Commerciële omroepen die en heel veel geld hebben moeten betalen voor hun kavels en daarbij ook nog eens in enkele gevallen aan bepaalde strenge eisen moeten voldoen.
Nu zal het de eerste jaren nog wel meevallen met deze oneerlijke concurrentie. Het aantal luisteraars via DAB+ is immers nog zeer gering. Maar het is niet ondenkbaar dat deze licenties in de toekomst verlengd gaan worden. Dit is immers bij de FM-licenties ook al meerdere keren gebeurd.
En mocht de consument over een paar jaar de smaak te pakken hebben en de DAB+ontvangers als warme broodjes over de toonbank gaan, dan ontstaat er een geheel andere situatie. Digitale radio heeft in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Denemarken, Zwitserland en Australië al serieuze marktaandelen. In Londen is het aandeel analoge radio al tot onder de 50% gedaald.
Reageren op de plannen van de minister kan tot 27 juli via internetconsultatie.nl. Vooral voor nieuwe partijen die geïnteresseerd zijn in DAB+capaciteit is dit de mogelijkheid om hun stem te laten horen. [Radiowereld.NL]