Gelijke toegang voor zenders op de kabel

Kabelexploitanten moeten alle aanbieders van tv- en radioprogramma’s onder gelijke voorwaarden toegang tot de kabel verlenen tegen tarieven die op werkelijke kosten van de exploitatie zijn gebaseerd. Dit stellen de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) in een gezamenlijk gebod. Het is vooral bedoeld om te voorkomen dat kabelaars hun eigen zenders en programma’s tegen voordeliger voorwaarden toegang verlenen tot de kabel en distribueren onder abonnees dan de programma’s van derden. Letterlijk: ‘Dit betekent dat een kabelbedrijf, meestal zelf de grootste gebruiker van de infrastructuur, zichzelf niet mag bevoordelen boven andere gebruikers van het kabelnetwerk. Ook hoeven andere programma-aanbieders niet mee te betalen aan doorgifte van het verplichte programmapakket door de kabelexploitant….
In principe mag een kabelbedrijf alleen toegang weigeren tot zijn netwerk als er in het hele netwerk onvoldoende capaciteit is, bij technische problemen of als de programma-aanbieder weigert een redelijke kostengeoriënteerde doorgiftevergoeding te betalen.’ Een kabelbedrijf moet bijvoorbeeld de kosten van het basispakket dekken uit abonnementen. De andere programma-aanbieders hoeven dan niet mee te betalen. Dit geldt ook als het kabelbedrijf, bijvoorbeeld op basis van een overeenkomst met een gemeente, 1 of meer zenders gratis moet doorgeven. Dit heeft expliciet betrekking op radio en tv. We vroegen even of dit principe ook zal gelden voor aanbod van internet en telefonie. Bedrijven als UPC en Palet en Castel met @Home bevoordelen nu de eigen diensten boven die van derden. Opta komt later met een antwoord. (Planet)