Hoewel het kijk- en luistergeld vanaf 1 januari 2000 niet meer wordt geïnd via de op te heffen Dienst Omroepbijdragen, gaat deze instantie momenteel onverdroten voort met het versturen van nota’s voor volgend jaar.
Zolang het kabinetsvoornemen om de heffing voortaan te innen via de inkomstenbelasting nog niet door het parlement is bekrachtigd, doet de dienst of zijn neus bloedt.
Dit betekent dat de zes miljoen geregistreerde tv- en radiobezitters in ons land hun bijdrage eerst moeten betalen, en dat ze het teveel betaalde geld pas na maanden krijgen teruggestort op hun rekening.
Onhandig
Een telefoniste van de Dienst Omroepbijdragen in Den Haag meldt dat ze dezer dagen wordt overspoeld met vragen van kijkers die net een nieuwe nota voor volgend jaar hebben ontvangen, terwijl ze uit de miljoenennota hebben begrepen dat de heffing verdwijnt. De telefonische wachttijd liep gisteren op tot een half uur.
Honderdduizenden Nederlanders kregen begin deze week zelfs rekeningen van circa 250 gulden in de bus voor de periode van oktober dit jaar tot september 2000.
Volgens woordvoerster C. Slot van de Dienst Omroepbijdragen is dit onvermijdelijk: “Het wetsvoorstel wordt medio december behandeld door de Eerste Kamer. Tot die tijd versturen we nota’s. Als de wet wordt aangenomen, doen we ons uiterste best om het teveel betaalde geld na 1 januari zo snel mogelijk terug te storten.” Hoe lang deze omslachtige operatie in beslag zal nemen, kan ze niet zeggen.
De Consumentenbond noemt de regeling vreselijk onhandig: “Het zou logischer zijn om iedereen slechts tot 1 januari te laten betalen.” De belangenorganisatie verlangt in elk geval de garantie dat restitutie snel gebeurt. “En als het langer gaat duren, moet het worden terugbetaald met rente.”
Woordvoerster Slot van de Dienst Omroepbijdragen raadt mensen af om de laatste drie maanden van dit jaar geen kijk- en luistergeld meer te betalen. “Onze controleurs gaan tot de jaarwisseling door met hun werk en leggen zwartkijkers nog steeds boetes op.” Ze zegt geen mededelingen te kunnen doen over het aantal controleurs dat de ten dode opgeschreven dienst inmiddels heeft verlaten zonder te zijn opgevolgd. “De pakkans blijft aanwezig.” (Telegraaf)