Het ijs tussen Amsterdam en Rotterdam is gebroken. Na lang touwtrekken heeft de staatssecretaris van Cultuur Rick van der Ploeg erin toegestemd dat het Nederlands Filmmuseum in Amsterdam blijft en niet naar Rotterdam verhuisd. Aan deze toezegging is de voorwaarde verbonden dat er wordt samengewerkt met het komende Nationale Beeldinstituut aan de Maas.
Met deze beslissing heeft de staatssecretaris de laatste brief van de Amsterdamse D66-wethouder S. Bruines onderschreven die bereid is “om voor beide steden tot een werkelijke win-win situatie te komen op basis van de reeds aanwezige infrastructuur.”
Aanvankelijk had het bestuur van het Filmmuseum onder voorzitterschap van D. Istha zich teruggetrokken uit de planvorming voor een groot nationaal Beeldinstituut in het gebouw Las Palmas op de Kop van Zuid in Rotterdam. “Wij willen wel samenwerken, maar het Filmmuseum moet apart blijven”, meende het bestuur. De Rotterdamse wethouder Kombrink reageerde woedend: “Ik vind dit bijna onfatsoenlijk.”
Op uitnodiging van de staatssecretaris heeft het Filmmuseum deze week de kwestie op het ministerie besproken en afgerond met een gezamenlijke verklaring. Daarin staat dat het Filmmuseum zijn activiteiten naar Rotterdam zal vermeerderen en dit zal doen door samen te werken met andere beeldcultuur-instellingen. (Telegraaf)