De directie van het MCO en de Raad van Bestuur van de Publieke Omroep hebben hun besluit over de bezuinigingen bij het MCO uitgesteld. Beide partijen zouden eigenlijk eind februari een definitief standpunt innemen, maar dit is nu uitgesteld tot medio maart. Of het een gezamenlijk standpunt wordt, is nog maar de vraag. ‘Het ligt heel moeilijk’, aldus Jan Zekveld, artistiek directeur van het MCO.
Volgens een woordvoerder van de Publieke Omroep is de besluitvorming uitgesteld om de consequenties van de verschillende besparingsopties nog eens goed te onderzoeken. De omroeporkesten moeten 5,5 tot 7,5 miljoen euro bezuinigen. Staatssecretaris Van der Laan heeft zowel de Publieke Omroep als het MCO zelf gevraagd hiertoe plannen in te dienen. Afgelopen weken ontstond veel commotie over een voorstel van een stuurgroep van onder andere omroepdirecteuren, dat voorzag in de opheffing van het Radio Kamerorkest. ‘Die optie is daardoor meteen heel erg onder druk komen te staan’, aldus de woordvoerder. Maar het plan is volgens Zekveld nog niet van de baan. ‘Op dit moment is alles nog mogelijk.’
Toch zal het nadere onderzoek zich volgens een persbericht van het MCO richten op twee andere bezuinigingsmodellen. De voorkeur van de Publieke Omroep gaat uit naar de opheffing van zowel het Radio Kamerorkest (RKO) als het Nederlands Radio Symfonie Orkest (NRSO). Uit de musici van beide orkesten zou vervolgens één nieuw orkest gevormd moeten worden, met de omvang van het NRSO. Om de maximale 7,5 miljoen te halen, moet daarnaast nog 4 miljoen worden bezuinigd op de indirecte kosten van het MCO. In de minimumvariant van 5,5 miljoen zou deze laatste besparing kunnen worden beperkt tot 2 miljoen.
Vervangende financiering
Het MCO verzet zich tegen een fusie van het RKO en NRSO omdat het nieuw te vormen orkest jaren nodig heeft om het kwaliteitsniveau te halen van de huidige twee orkesten. Daarom kiest het MCO liever voor de opheffing van het NRSO en het versterken van het Radio Filharmonisch Orkest Holland en het RKO. Op die manier zijn de breedte van het repertoire en de huidige kwaliteit gewaarborgd en gaan de minste concerten verloren. Met de opheffing van het NRSO wordt overigens niet het volledige bezuinigingsbedrag gehaald. Ook dan zal men aanvullend moeten snijden in de indirecte kosten.
Het MCO heeft nog de stille hoop dat er helemaal geen orkesten hoeven te verdwijnen. De directie heeft de staatssecretaris namelijk gesuggereerd op zoek te gaan naar vervangende financiering bij de provincies Flevoland en Utrecht en de steden Almere en Utrecht. De podia in deze provincies en steden hebben het meest te lijden onder de mogelijke opheffing van een orkest. Zekveld: ‘Het Radio Symfonie Orkest is een soort huisorkest van Vredenburg in Utrecht. De stad Utrecht heeft dus alle belang bij het voortbestaan van dit orkest. De staatssecretaris stond open voor onze suggestie en ze is bereid om de gesprekken te voeren. Maar ze betoonde zich wel sceptisch over de uitkomst, gezien de financiële positie van de vier partijen.’ [Spreekbuis/Radio.NL]
