Hoe functioneren de publieke omroepen en voldoen zij aan hun wettelijke taak? Die vragen heeft een commissie onder leiding van ING-topman Rinnooy Kan na onderzoek van ruim een jaar proberen te beantwoorden. Vrijdag presenteert deze zogenoemde visitatiecommissie haar rapport op een bijeenkomst in Hilversum.
Rinnooy Kan en zijn commissieleden hebben zowel het opereren van de afzonderlijke omroepen, als van het overkoepelende orgaan Publieke Omroep (PO) onder de loep genomen. In de commissie zaten onder anderen ook media-hoogleraar Jo Bardoel, kunst-hoogleraar Paul Rutten en Christina von Wackerbarth. De laatste is een van de twee directeuren van de Vlaamse omroep VRT. Critici vinden dat de commissie een hoog ‘grachtengordelgehalte’ heeft.
De Concessiewet uit 2000 regelde dat PO een uitzendlicentie voor tien jaar kreeg, maar dat wel na vijf jaar moest worden beoordeeld of de omroepen goed invulling geven aan hun zendmachtiging. Net als voor bijvoorbeeld onderwijsinstellingen is daarvoor een visitatiecommissie in het leven geroepen.
In formele zin moet de commissie een kwaliteitsoordeel vellen over de programmering van de omroepen, het bereik dat ze hebben in de samenleving en de organisatie van het omroepbestel. Over het bereik is de laatste tijd al heel wat te doen geweest. PO wenst zelf een kijktijdaandeel van 40 procent (in de avonduren), maar haalde in 2003 een aandeel van 37 procent. Dat was een daling van 1 procent ten opzichte van 2002, maar dat kwam onder meer door het ontberen van grote sportevenementen verleden jaar.
De organisatie van het bestel ligt al enige tijd onder vuur en naar het oordeel van de commissie hierover wordt daarom door velen met belangstelling uitgekeken. De raad van bestuur Publieke Omroep onder leiding van voorzitter Harm Bruins Slot, gaf eerder al aan meer bevoegdheden bij de netten (Ned. 1, 2 en 3) te willen neerleggen en de structuur van de raad van toezicht (omroepvoorzitters en kroonleden) te willen veranderen. De omroepbestuurders zijn benieuwd of ook Rinnooy Kan zich in die gedachten kan vinden.
Het onderzoekbureau McKinsey keek vorig jaar al naar de financiën van de omroep. Het concludeerde dat de publieke omroepen alleen al door efficiënter (samen) te werken 60 tot 100 miljoen euro op de omroepbegroting kunnen besparen. Dat is veel meer dan de 40 miljoen die de omroep in 2004 van de overheid moet bezuinigingen. In 2007 moet dat bedrag zijn opgelopen naar 80 miljoen, maar daar wordt ook de begroting van de Wereldomroep en die van het Muziekcentrum voor de Omroep (omroeporkesten) onder geschaard. [Telegraaf/K.v.S./RadioWereld.NL]
