Het gerechtshof in Den Haag moet de vergoeding die de NOS betaalt aan SENA, de organisatie die kunstenaars en muziekuitgevers vertegenwoordigt, nog eens goed onder de loep nemen. Dit heeft de Hoge Raad vrijdag beslist. De twee partijen bakkeleien al over de kwestie sinds SENA van mening is dat de vergoeding, die zij van de NOS ontvangt voor het uitzenden van muziek, onvoldoende is.
Op dit moment betaalt de NOS een vrijwillige bijdrage, omdat in de Wet Naburige Rechten en in een Europese richtlijn nergens vermeld staat welke berekening aan de vergoeding ten grondslag moet liggen. SENA meent dat de vergoeding marktconform zou moeten zijn. Het werkelijk te vergoeden bedrag moet nog bepaald worden.
Het hof in Den Haag bepaalde eerder dat de geldende vergoeding ongeveer even hoog mag zijn als de vrijwillige bijdrage die nu betaald wordt, totdat het werkelijke bedrag bekend is. De Hoge Raad is het hier niet mee eens en verwijst de kwestie terug naar het hof. Dat moet nu gaan onderzoeken ‘waar het evenwicht ligt tussen het belang van de muzikanten enerzijds en de belangen van derden die de muziek uitzenden anderzijds’. [Novum/Radio.NL]
