De kleine omroepen, zoals Teleac en RVU, zijn boos over de voorgenomen sluiting van hun radiostudio’s op 1 januari 2005. Ze spreken over een ‘contraproductieve maatregel die meer geld kost dan dat-ie oplevert’. De RVU heeft zelfs schriftelijk protest ingediend tegen de sluiting.
De sluiting van in totaal tien radiostudio’s is een van de vele maatregelen waarmee de Publieke Omroep wil bezuinigen. Het idee is dat alle uitzendingen van de vijf radiozenders vanaf 1 januari vanuit een vaste studio met vaste eindregie komen. Dat wil zeggen: Radio 1 vanuit de huidige studio van het Radio 1 Journaal, Radio 2 en 747AM beide vanuit de studio’s in het AKN-gebouw en Radio 4 vanuit het TROS-gebouw (Radio 3 werkt al geruime tijd vanuit een eigen studio). De clustering van de studio’s rondom de radiozenders zou – volgens een recent rapport van het accountantsbureau Ernst & Young – een besparing van ruim 1,7 miljoen euro opleveren.
De winst zit ‘m vooral in sluiting van de vier NPS-studio’s, twee EO-studio’s, de BNN- en de VARA-studio. Verder wordt een flinke besparing geboekt door een deel van de AKN- en TROS-studio’s dicht te doen. Bij de ‘kleintjes’, zoals de IKON, RKK, RVU en Teleac, gaat het om relatief kleine besparingen. Zo zou sluiting van de radiostudio in het Teleac-gebouw volgens Ernst & Young achtduizend euro opleveren op jaarbasis.
Dorp
Slechts achtduizend euro of niet, Teleac hecht aan de eigen radiostudio, waar nu nog dagelijks het wetenschapsprogramma Hoe?Zo! wordt uitgezonden op 747AM. ‘Natuurlijk staan er nu studio’s leeg in Hilversum. Dus ik geloof best dat het wat zal opleveren,’ stelt Harm Oving, programmaleider radio bij Teleac, ‘maar in ons specifieke geval zit de radiostudio aan de redactie vast. De redactie is er als het ware omheen gebouwd. Dan is het feitelijk onhandig om ergens anders naar toe te gaan voor dat ene uurtje per dag. Bestanden kun je wel oversturen. Maar je hebt toch een presentator, regisseur en studiogast die dan naar het AKN-gebouw toe moeten. En je weet zelf hoe lang je in het verkeer in dit dorp onderweg bent. Het is onhandig. Maar het is ook duur.’
Oving betwijfelt dan ook of de besparing van achtduizend euro gehaald wordt. Integendeel. ‘Het is een dermate minimaal bedrag, dat het alle kanten nog uit kan. Het kan net zo goed meer gaan kosten’, benadrukt hij. ‘Het hele bizarre is dat we tot 1988 in Hilversum de situatie hadden dat de NOB de studio’s beheerde. Die kon je inhuren – waarbij je trouwens wel een afnameverplichting had. Na de privatisering begon iedereen zijn eigen studio’s te bouwen. Dat was leuk, voor de omroepen misschien goedkoper. Maar voor het geheel van de Publieke Omroep zeker niet. Dus wat er nu gebeurt, is dat je zestien jaar omroepgeschiedenis in twee maanden terugdraait – en het weer centraal regelt. Op zichzelf is dat geen slecht idee. Maar ’t gaat mis in de uitvoering.’
Gat geboord
Ovings collega-programmaleider bij de RVU, Vincent van Merwijk, maakt geen woorden vuil aan het verleden. Hij wijst het plan om ‘zijn’ studio te sluiten rigoureus van de hand, ook al zou dat volgens de accountants van Ernst & Young zesduizend euro opleveren. ‘Die sluiting gaat dan ook niet door’, is de stellige reactie van de maker van het dagelijkse opvoedingsprogramma Dubbel O (ook 747AM). Van Merwijk: ‘Wij hebben een aangepaste WPM (werkplaats programmamaker, red.), van waaruit een gat is geboord naar de eindregie. Er is een mixer neergezet en een tafel met vijf microfoons. Dat kost tweeduizend euro per jaar. Die zesduizend, die klopt niet. Het is tweeduizend euro! En dan zou ik in plaats daarvan voor die 27 minuten per dag dat de uitzending duurt, een presentator, regisseur en redacteur naar het AKN-gebouw moeten sturen. Drie man, die nog even blijven hangen Je bent ze zo drie uur kwijt. Terwijl het hier allemaal al is’, aldus Van Merwijk.
De RVU heeft inmiddels een brief op poten gestuurd naar Joop Daalmeijer, die de clustering van de radiostudio’s begeleidt. Maar misschien nog wel belangrijker dan die brief, zo vindt Van Merwijk, is dat iedereen komt kijken naar de plek waar Dubbel O nu voor relatief weinig geld wordt gemaakt. ‘Het is eigenlijk helemaal geen studio. Echt: iedereen die hier komt, weet het. Er hangt hier een heel informele sfeer en dat straalt uit naar het programma. Ook dat zouden we kwijtraken als we naar het AKN-gebouw moeten.’
Houtje-touwtje
Joop Daalmeijer kent de kritiek van met name de RVU. Maar is niet onder de indruk. ‘Er zijn twintig radiostudio’s in Hilversum. Daarvan zijn er op enig moment vijf in gebruik. Als we nou als een speer al die overtollige studio’s sluiten, boek je een grote besparing. Daarom hebben we gezegd: we doen het per zender. Niet per omroep dus. Maar per zender: één studio plus eindregie, bij elkaar. Dan kun je de centrale eindregie die er nu nog achter zit sluiten.’
Daalmeijer: ‘De redenering van de RVU klopt niet. Het kan zo zijn dat hun studio tweeduizend euro kost. Maar daar bovenop komt ook nog de eindregie. Die kost de RVU geen cent, maar het moet wel worden betaald. En, met alle respect, maar als die houtje-touwtjestudio bij de RVU uitvalt, heb je toch een technicus nodig die de boel opvangt. Het gaat er toch om dat we in Hilversum kwaliteit bieden.’
De kritiek dat programmamakers speciaal voor de uitzending moeten ‘reizen’ door Hilversum, noemt Daalmeijer ‘ongelooflijk’. ‘Het is bij de RVU vandaan vijf minuten lopen naar het AKN-gebouw. Daar ga ik maar niet op in’, is zijn reactie. Nee, stelt Daalmeijer, waar het om gaat is dat met sluiting van de tien radiostudio’s in totaal 1,7 miljoen wordt verdiend. ‘Dat betekent dat je 36 mensen niet hoeft te ontslaan’, rekent hij snel voor. ‘Kijk, ik ben een man van de programma’s. Van de inhoud. Vroeger maakte ik programma’s voor de VARA. Als de studio’s dan vol waren, moesten we ook op de fiets naar de NCRV. Maar waar het om gaat, is dat we bij de bezuinigingen de programma’s – de inhoud – buiten schot laten. En nu doen we het zelfs zo dat ook de techniek beter wordt. Beter dan die houtje-touwtje studio van de RVU.’ [Spreekbuis/Radio.NL]
