Een digitaal signaal kan veel meer informatie bevatten dan een analoog kabelsignaal; (een televisiegids, meerdere talen, surround geluid…) en tegelijkertijd door compressietechnieken minder bandbreedte gebruiken. Afhankelijk van de gebruikte techniek, passen er 5 tot 10 digitale kanalen op één analoge frequentie. Meer zenders, met meer informatie: dát is digitale televisie.
Al in de jaren negentig zijn in Europa afspraken gemaakt over digitale uitzendingen, of digital video broadcasting. Hierdoor hebben we standaarden voor kabel (dvb-c), satelliet (dvb-s) en ‘aardse’ uitzendingen (dvb-t). Recentelijk is daar nog een standaard bijgekomen: de dvb-h voor ‘handhelds’. Voor elke standaard is een aparte box nodig die het digitale signaal ontvangt en decodeert voor je tv.
Dvb kan versleuteld worden zodat je er alleen met de juiste smartcard naar kunt kijken. Aanbieders kunnen hierdoor hun uitzendingen vrij op de kabel of de lucht in sturen en toch controleren wie er wel of niet naar een bepaalde zender mag kijken. De techniek achter dvb is dezelfde als die voor dvd’s. Video wordt met het zogenoemde MPEG2 algoritme gecomprimeerd, en audio meestal als MPEG1 layer 2 (de voorloper van mp3).
Voordeel van MPEG2 is dat er elk audioformaat in gestopt kan worden, zodat zenders ook kunnen kiezen voor mp3 of Dolby Digital Surround. In de compressie vinden we ook het dilemma van de meeste dtv-aanbieders. Want meer compressie, is minder kwaliteit. Maar minder compressie betekent weer minder zenders.
Een analoog signaal heeft door de zogeheten interferentie altijd een beetje last van ruis of zelfs spookbeelden. Een digitaal signaal heeft dat niet. Ook een digitaal signaal kan gestoord overkomen en dan maak je kennis met het fenomeen ‘digitale ruis’: haperingen, verminkte beelden, zelfs totale beelduitval. Dus een goede ontvangst is absoluut noodzakelijk. Helaas blijft ondanks alle extra informatie televisiekijken één- weg-verkeer. Voor interactieve diensten, bijvoorbeeld het bestellen van een film, blijft een ander retourkanaal nodig zoals internet of de telefoon. Een ander probleem is dat er voor elke tv in huis een ‘set top box’ met abonnement nodig is om het digitale signaal te ontvangen.
Het oprukken van digitale tv heeft als gevolg dat de antenne weer terugkomt, in elk geval met de oplossing van Digitenne. In de meeste gevallen zal dat geen buitenantenne zijn, maar een binnenantenne van 20 centimeter groot die op de tv of in de vensterbank geplaatst wordt.
Digitenne zendt al uit sinds begin 2003 en breidt langzaam het ontvangstgebied uit. We bekeken dvb-t met de Topfield Personal Video Recorder van Digitenne. Dat is een dvb-t decoder met ingebouwde harddiskrecorder. Aansluiten blijkt erg eenvoudig, en na een zenderscan zijn alle zenders automatisch gevonden. De tv sluit je met een scartkabel aan en daarnaast kun je het geluid ook digitaal (optisch) naar een externe versterker sturen.
Het is eigenlijk heel eenvoudig. Zappen met de afstandsbediening van de decoder werkt precies zoals je gewend bent en omdat er in het digitale signaal natuurlijk een programmagids zit, is het programmeren van de recorder een eitje.
Ook heel prettig: door de zeer stille harddisk en het ontbreken van geforceerde koeling maakt het apparaat nauwelijks bijgeluiden! De kwaliteit van het beeld valt helaas wel tegen. Er zit natuurlijk geen ruis meer in het beeld, maar daar tegenover staat dat de antenne vreselijk storingsgevoelig is. Langs de antenne lopen resulteert al in blokken en als de buurman een boor in de muur steekt is het niet eens meer mogelijk om tv te kijken. Ook wordt door de hoge compressie het beeld niet scherp en zit er een behoorlijke kleurzweem in.
Dvb-t is natuurlijk een prima alternatief voor een ouderwetse etheruitzending, maar tegen de kwaliteit van de kabel kan het gewoon niet op. Daar staat wel tegenover dat het een goedkoop alternatief is als je maar één tv hebt, en dat je hem straks overal uit de lucht kunt halen… niet alleen op zolder, maar ook op de camping of in de auto.
Een andere oplossing is digitale tv via de satelliet. De Consumentenbond riep Canal Digitaal onlangs uit tot goedkoopste en beste manier om televisie te kijken. Om daarvan gebruik te maken moet je wel een schotel op dak of in je tuin zetten, en dat is nog een hele klus. Het luistert uiterst nauw om het signaal van de Astra-satelliet op te vangen. Zeker bij een grijs bewolkte hemel moet je raden waar de zon om 13.00 uur staat. Je moet de schotel in Nederland namelijk 13 graden links van de zon richten en dan in een hoek van 28 graden.
Als je eenmaal beeld hebt, zie je zelfs op een 9 jaar oude Philips Matchline tv verschil met de signalen die tot nu toe via de kabel werden aangeboden. En niet zo’n beetje ook. We schakelden direct na de installatie van RTL5 op de kabel naar RTL5 op de schotel. Alsof je naar en totaal andere zender keek. De ruis in de kabel was ineens vreselijk storend, terwijl je daar vroeger nooit erg in had.
Als je aan een schotel begint is een abonnement bij Canal Digitaal een must. Die maatschappij beheert de kanalen op de satelliet en alleen met een geactiveerde chip-kaart kun je kijken. Anders blijft het beeld zwart. De tarieven lopen van 1,67 euro per maand voor alleen de Nederlandse radio- en tv-zenders, tot het toppakket van 46,95 euro per maand. [Goudschecourant/Bas Boot/Radio.NL]