Journaal-boek Ad van Liempt

Volgend jaar bestaat het Journaal vijftig jaar. Oud-redactielid Ad van Liempt schrijft ter gelegenheid van dat jubileum een biografie van één van de belangrijkste nieuwsbronnen in Nederland.

Met een beetje hulp van onder andere studenten uit Groningen en Rotterdam, maar grotendeels op eigen kracht, is Van Liempt bezig door een halve eeuw Journaal-geschiedenis te worstelen. ‘Het is monnikenwerk, een berg op je schouder’, bekent hij. Talloze krantenknipsels, interviews, beleidsnota’s en vergadernotulen is Van Liempt aan het verwerken. ‘Ik ben vrij om te schrijven wat ik wil, en ik krijg alle medewerking van het Journaal. Het moet een leuk boek om te lezen worden, maar het moet ook voldoen aan bepaalde normen. De informatie moet kloppen en traceerbaar zijn, maar het wordt niet echt een wetenschappelijk werk. Gek genoeg is er nooit eerder echt onderzoek naar het Journaal gedaan. Nico Scheepmaker heeft een anekdotisch boekje gemaakt bij het vijfentwintigjarig bestaan, en er is aandacht voor het taalgebruik. Maar verder niks.’
 
Lammetjes
Van Liempt wil de ontwikkeling van het Journaal van drie uitzendingen per week naar een continue nieuwsfabriek in kaart brengen aan de hand van de hoofdredacteuren. ‘De persoon van de hoofdredacteur is heel belangrijk voor het imago en het beleid van het Journaal. Je ziet dat de benoeming van de hoofdredacteur een reactie is op zijn voorganger, na de manager Van der Wulp kwam de creatieve journalist Haasbroek. Het nieuws gaat z’n eigen weg, daar kan je niet veel aan sturen. Toen Van Westerloo hoofdredacteur werd zei hij, dat de eerste lammetjes in de wei geen nieuws meer waren. Vervolgens zag je wel wat veranderingen, maar ook nog steeds lammetjes of vergelijkbare onderwerpen.

Er zijn ook periodes te herkennen waarin het Journaal meer of juist minder gouvernementeel was. De kritiek dat het programma een staatsjournaal zou zijn, is overigens volgens mij niet terecht, de overheid heeft niet of nauwelijks invloed op de inhoud uitgeoefend. De affaire-Schwietert (de parlementaire verslaggever die zeer kort staatssecretaris van defensie was, red.) doet daar niets aan af. De omroepverenigingen hebben jarenlang wèl greep gehad op het Journaal. In de beginjaren ging dat via de Journaalcommissie, waarin vertegenwoordigers van de omroepen op vrijdag bepaalden wat er de week erop in het Journaal kwam. Pas in de jaren zeventig, de Journaalcommissie was toen al lang vervangen door de Werkgroep Actualiteiten, kon de redactie zich aan de invloed van de omroepen onttrekken.
 
Explosie
Andere lijnen in de geschiedenis van het Journaal zijn de technische ontwikkelingen, het nieuws werd steeds sneller, en de explosie van het aantal televisietoestellen van dertigduizend in 1956 tot zo’n twee miljoen in het begin van de jaren zestig. De komst van de commerciële omroepen en de daguitzendingen. En er zijn enkele ijkpunten aan te wijzen, zoals het rapport Haken en Ogen van Tom Kamlag aan het eind van de jaren zeventig, over informatieoverdracht. Dat is de bijbel van het Journaal geworden.

De invoering van het Half Zes Journaal in 1984 was ook zo’n mijlpaal. Dat betekende een revolutie, het had een heel andere stijl en trok veel meer kijkers dan verwacht.’
Voor het maken van zijn boek is het een voordeel dat hij zelf bij het Journaal heeft gewerkt, vindt Van Liempt. ‘Dat heeft maar vier jaar geduurd en is al lang geleden. Ik denk dat ik dus genoeg afstand heb van het onderwerp. Maar ik heb wel de sfeer meegemaakt, het zweet van de kleedkamer geroken. Dat wil ik het boek meegeven.’ [Bas Nieuwenhuijsen/Spreekbuis/Radio.NL]

Gerelateerde berichten