De Raad voor Cultuur (RvC) heeft vandaag gepleit voor een grondig herziene Publieke Omroep, naar het model van de plannen die eerder door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zijn gepresenteerd. Volgens de RvC kan de publieke omroep volstaan met twee Tv-netten, een algemeen net en een verdiepend net.
Het aantal radiostations kan volgens de Raad terug naar drie: een nieuwszender, een zender met alternatieve muziek en een station met klassieke muziek, wereldmuziek en jazz. Het adviesorgaan laat wel nadrukkelijk ruimte bestaan voor themakanalen en specifieke content die bij voorkeur via nieuwe media verspreid kan worden. De productie van alle programma’s zou moeten worden uitbesteed aan externe producenten, waaronder de bestaande publieke omroepen. Het nieuwe bestel zou in moeten gaan in 2008, als de concessies van de huidige omroepen komen te vervallen.
Het geheel zal komen te vallen onder een Publieke Media-organisatie, die verantwoordelijk is voor de programmering van de Radio en Tv-netten. De stations moeten, om de onafhankelijkheid te garanderen, reclamevrij zijn. DE Raad pleit ervoor het budget van de Nederlandse Publieke Omroep dan gelijk te trekken met Europese standaarden, wat wil zeggen dat het budget fors verruimt zal moeten worden. Momenteel ontvangen de Nederlandse publieke omroepen 600 tot 700 miljoen euro subsidie per jaar.
De Publieke Media-organisatie zal zich vooral bezig moeten gaan houden met nieuws, achtergronden en opinievorming, wat volgens de RvC niet uitsluitend aan de markt over gelaten kan worden, en met activiteiten die de markt niet kan ontplooien, zoals kunst en cultuur. Naast de Publieke Media-organisatie moet er ook nog een fonds worden opgericht, het fonds voor publieke mediaproducties, die de taak krijgt om de ontwikkeling van nieuwe content en de vernieuwing daarvan te stimuleren. Bestaande fondsen, zoals het Bedrijfsfonds voor de Pers en het Stimuleringsfonds culturele omroepproducties zouden samen moeten gaan in dit nieuwe fonds.
De bestaande publieke omroepen zouden de eerste vijf jaar van het nieuwe bestel een afnamegarantie moeten krijgen. Dit is bedoeld om te voorkomen dat de omroepen gelijk het loodje leggen en er daarmee kennis en kapitaal verloren gaat. Middels de afnamegarantie, die ieder jaar af moet nemen, krijgen de omroepen de kans zich te reorganiseren van omroep naar productiebedrijf.
De drie regeringspartijen, CDA, VVD en D66, hebben in het Paasakkoord besloten om de Publieke Omroep licht te hervormen. Het model dat de drie partijen voorstaan resulteert in meer macht voor de NOS en minder macht voor de andere omroepen. De hoeveelheid amusement op de drie publieke televisienetten en vijf publieke radiostations zou iets af moeten nemen. De coalitiepartijen hebben zich nog niet uitgesproken over het aantal netten dat de omroepen vanaf 2008 nodig hebben. Ook over de toekomst van de STER, de organisatie die reclamezendtijd verkoopt op de Publieke Omroep, is nog geen besluit genomen.
De huidige Publieke Omroep staat Europees gezien vlak achter de Italiaanse publieke omroep (RAI) als het gaat om de hoeveelheid amusement die wordt uitgezonden. Beide organisaties staan hiermee ruim boven de andere Europese publieke omroepen, die veel minder amusement uitzenden. [MvD / Radio.NL]
