Amerikaanse zanggroepen uit de jaren ’50 en ’60 voeren sinds enige tijd campagne tegen na-apers. Er zijn honderden bands die door de Verenigde Staten toeren en ten onrechte beweren de originele Platters, Drifters of Coasters te zijn, of een andere doo-wop of rhythm & bluesgroep. Drie staten hebben reeds een wet aangenomen op grond waarvan deze imitators aangepakt kunnen worden en tien andere staten zullen dat naar verwachting binnenkort doen. Om een bekende naam te mogen voeren moet zich onder de leden van een groep volgens de wet minstens één oorspronkelijk lid bevinden.
De 77-jarige Carl Gardner, het enige nog levende lid van The Coasters, hoopt dat uiteindelijk alle vijftig staten de wet aannemen, zodat hij zijn broodwinning terugkrijgt. Gardner, die gedeeltelijk met pensioen is, vraagt naar eigen zeggen tienduizend dollar voor een optreden. De namaak-Coasters vragen volgens hem slechts duizend dollar en hebben aan optredens geen gebrek. Gardner zegt dat ze zo slecht zijn dat ze zijn reputatie beschadigen.
Bill Pinkney, het laatste nog levende oorspronkelijke lid van The Drifters, heeft volgens zijn manager Maxine Porter tienduizenden dollars uitgegeven aan het bestrijden van nep-Drifters. Maar telkens als een groep oplichters ermee is opgehouden, duikt ergens anders een nieuwe op, zegt Porter. Ook de 80-jarige Pinkney treedt zelf nog op, maar zou volgens zijn manager meer kunnen verdienen als hij niet werd nagedaan.
Oud-Supreme Mary Wilson zegt oorspronkelijke groepen te kennen die in Las Vegas niet aan de bak komen, omdat hun imitators goedkoper zijn. ,,Het is een vorm van identiteitsdiefstal, echt waar”, zegt Wilson. [AP/Novum/Radio.NL]