Als het aan onderzoeksbureau Arbitron ligt zal het invullen van dagboeken, ten behoeve van het bepalen van de luistercijfers, over enkele jaren definitief tot het verleden horen. Nog deze zomer zal Arbitron beginnen met het definitief invoeren van elektronische luistercijfers. Volgens de planning zullen de tien grootste radiomarkten van de Verenigde Staten nog voor het najaar van 2008 over zijn gestapt op de elektronische luistercijfersmeting. Medio 2010 zal zelfs de hele top 50 zijn overgestapt.
Momenteel worden in de VS, net als in Nederland en vele andere landen, de luistercijfers nog bepaald aan de hand van dagboekjes. Deelnemers dienen dan in het dagboek in te vullen naar welke radiostation(s) er geluisterd is en wanneer. Het probleem van deze methode, die in de VS al sinds 1965 wordt toegepast, is dat het onnauwkeurig is. De meeste deelnemers vullen deze dagboekjes namelijk pas aan het einde van de dag in, waarbij veelal vast wordt gehouden aan een vast ritme. Om 7 uur sta ik op, om 8 uur stap ik in de auto en om 9 uur ben ik op het werk. In werkelijkheid wijken deze tijden nog wel eens af.
Daarnaast is het ook lastig om bij te houden naar welke stations er in de auto of op het werk geluisterd wordt. In de auto wordt er vaak gezapt als er reclame komt of als de deejay begint te irriteren en op het werk staat de radio meestal als achtergrondmuziek aan.
PPM
Omdat er steeds meer behoefte is aan nauwkeurigere luistercijfers is Arbitron in 2001 gestart met het ontwikkelen een elektronische methode om bij te houden naar welk station er door de deelnemer geluisterd wordt. Voor het bepalen hiervan wordt gebruik gemaakt van een Portable People Meter, kortweg PPM. De PPM is een klein apparaatje, ter grote van een gemiddelde mobiele telefoon, dat de deelnemer continue bij zich moet dragen. Het registreert precies naar welk station en op welk tijdstip er geluisterd wordt. Naast het luistergedrag kan ook het kijkgedrag bijgehouden worden.
De PPM is ook uitgevoerd met een bewegingscensor waardoor ook precies bijgehouden kan worden of de deelnemer het apparaat ook daadwerkelijk bij zich draagt.
Het bepalen van het kijk- en luistergedrag met behulp van de PPM werkt met behulp van een audiowatermerk. Alle deelnemende radio- en televisiestations zenden een audiowatermerk, dat onhoorbaar is, uit wat weer door de PPM opgevangen wordt.
Het voordeel van elektronische luistercijfersmeting is, naast nauwkeurigere gegevens, dat de resultaten sneller bekend zullen zijn aangezien het allemaal elektronisch verwerkt wordt. Daarnaast is naast de reguliere radio, ook het luistergebruik van nieuwe distributiemethoden, zoals digitale radio, internetradio en I-pod, eenvoudig te registreren.
Van testen naar definitieve invoering
Vorig jaar zomer heeft Arbitron de eerste grote test met de PPM gedaan in Houston, Texas. De eerste resultaten hiervan wezen vooral aan dat het bereik van de kleinere stations flink hoger is, dan uit de huidige dagboekmethode blijkt.
Vanaf juli zal Houston als eerste het spits af mogen bijten en zal de elektronische luistercijfersmeting hier als eerste definitief ingevoerd gaan worden. Het is de bedoeling dat voor het najaar van 2008 de tien grootste radiomarkten van de VS, waaronder dus New York, Los Angeles, Chicago en Washington, zijn overgestapt. Medio 2010 zal zelfs de hele top 50 zijn overgestapt. Een compleet overzicht van het uitrolschema van Arbitron is hier te vinden. [RS/Radio.NL]
