Jan Slagter prijst zich nog elke dag gelukkig als directeur van de door hem opgerichte Omroep Max. Dat vertelt hij aan Novum Nieuws. “Ik bevind me elke dag in een spannend jongensboek”, vindt hij. “Ik vind het nog steeds een feest om naar kantoor te komen en ik ga elke dag zonder morren pas rond acht uur, half negen naar huis. Ik vind het heerlijk om te doen.”
Dat Omroep Max vanaf september volgend jaar meer zendtijd en budget krijgt van de Publieke Omroep omdat de zender op 1 april ruim 240 duizend leden had, maakt het volgens Slagter alleen nog maar leuker. “Het was toen we in 2002 tot het omroepstelsel toetraden wel een droom om een volwaardige omroep te worden en die droom gaat straks in vervulling.”
Jan Slagter wil een mediaprogramma
De nieuwe zendtijd van zijn omroep wil Slagter onder meer vullen met opiniërende programma’s. “Het lijkt me geweldig om met een mediaprogramma te komen waarin kijkers hun mening geven over het nieuws van de afgelopen week.” Maar ook aan drama wordt gedacht. “We hebben nu verschillende aanbiedingen liggen voor een dramaserie”, vertelt hij.
Eén ding staat voor Slagter in ieder geval al vast. “Een soort Koffietijd-achtig programma komt er sowieso”, bevestigt hij de uitspraken die hij eerder over een ochtendprogramma van Omroep Max deed. “Er is een wetswijziging aangenomen waarin de Publieke Omroep verplicht wordt om omroepen die in de ochtend of in de middag programma’s willen maken daar ook geld voor te geven. Ik denk dat het nog wel een hele discussie gaat worden, maar ik houd voet bij stuk: het staat in de wet. Dat betekent dat er geld voor moet zijn.”
De discussiecultuur in Hilversum vindt de 54-jarige Slagter, die eerder onder meer eigenaar was van verschillende snookertenten in België, wel eens moeilijk. “Het is een groot bolwerk, er zijn heel veel spelers, iedereen moet aan zijn trekken komen. Dat is soms moeilijk, je moet ook wel water bij de wijn doen. Soms krijg je iets en soms krijg je iets niet. Maar het hoort er nu eenmaal bij. Het is nemen en geven, zo is ook wel een beetje het leven.”
Echt hinderlijk vindt hij het echter niet. “Wat ik wel hinderlijk vind, is dat er zoveel wetjes en regeltjes zijn”, deelt hij mee. “Dat het Commissariaat van de Media zich opeens met van alles gaat bemoeien. Daar heb je bijna een paar extra mensen voor nodig, om al hun klachten te beantwoorden en te onderzoeken. En daar word ik wel eens moe van, dat is niet zo aan mij besteed, ik houd me liever bezig met radio, televisie en internet. Daarvoor zijn we ook in het leven geroepen.” [Novum/Radio.NL]