Tot 2000 betaalden Nederlandse huishoudens kijk- en luistergeld. Dit was een wettelijk verplichte heffing voor iedereen die een radio en/of televisie in huis had. De inning van deze omroepbijdrage werd door de Dienst omroepbijdragen verzorgd. Dit loopt nu via de inkomstenbelasting. Jan Slagter, heeft onlangs een voorstel gedaan voor een vrijwillige omroepbijdrage. Staatssecretaris Dekker (OCW) ziet niets in dit plan.
De voorzitter van omroepvereniging Max, Jan Slagter vond dat kijkers en luisteraar zelf moesten bepalen of men voor de publieke omroep wilde betalen. Doel daarvan was de publieke omroep, ook voor wat betreft zijn financiering, nog ‘publieker’ te maken en minder afhankelijk te laten zijn van politieke besluitvorming.
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ziet niets in het plan van Directeur Jan Slagter, om weer een vrijwillige omroepbijdrage in te voeren.
Staatssecretaris Dekker: “Het is goed dat veel mensen, ook in Hilversum, meedenken over de toekomst van de publieke omroep. Er zijn mijn inziens echter vraagtekens te zetten bij de wenselijkheid van een vrijwillige omroepbijdrage.
De publieke omroep is een publieke voorziening die zelfstandig gelegitimeerd is en voorziet in een essentiële maatschappelijke functie en niet afhankelijk hoort te zijn van de bereidheid van mensen die willen betalen. Het idee zoals dat nu geopperd is, leidt in mijn ogen tot een publieke omroep die niet voor iedereen is, maar alleen voor degenen die kunnen en willen betalen.
Bovendien vraag ik mij oprecht af of de financieringsbasis echt zo solide is als die afhankelijk wordt gemaakt van vrijwillige bijdragen. Ik denk verder dat een dergelijke financieringsgrondslag mogelijk leidt tot een programmering die meer vanuit kijkcijferoverwegingen tot stand komt dan vanuit kwalitatieve programmatische keuzes. Tot slot zal ook rekening gehouden moeten worden met extra uitvoeringslasten, niet alleen in financiële maar ook in organisatorische zin.”
Dienst omroepbijdragen
De Dienst omroepbijdragen droeg tot 2000 de opbrengsten af aan de minister van OCW. De opbrengsten waren rechtstreeks bestemd voor de financiering van de publieke omroep.
Tijdens de formatieonderhandelingen voor het tweede Paarse kabinet in 1998 spraken PvdA, VVD en D66 af dat er een onderzoek zou komen naar de afschaffing van de omroepbijdrage. Met ingang van 1 januari 2000 is de omroepbijdrage afgeschaft en wordt de publieke omroep uit de belastingopbrengsten betaald (fiscalisering van de omroepbijdrage).
Belangrijke reden hiervoor was een besparing op de uitvoeringskosten. Om de onafhankelijkheid van de publieke omroep en de continuïteit van financiering te blijven garanderen, kwam er een wettelijke borging in de vorm van een wettelijk minimumbedrag van de rijksmediabijdrage. Ter compensatie van de afschaffing van de omroepbijdrage werd het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting verhoogd met 1,1%. De voorgestelde ‘vrijwillige omroepbijdrage‘.
Jan Slagter was niet de eerste die met een nieuw voorstel kwam. De KRO deed dit in 2005 en de NOS deed dit ook al in 2010. Of de omroepbijdrage maar liefst 1.1% blijft of wordt verlaagd heeft de Staatssecretaris nog niet vermeld in zijn brief. [Radiowereld.NL]