Een Franse journalist die maanden in Syrië door extremisten werd vastgehouden zegt een van zijn ontvoerders te hebben herkend. Het zou gaan om de Fransman Mehdi Nemmouche, die verdacht wordt van de aanslag op het Joods Museum eerder dit jaar, een terreurdaad die aan vier mensen het leven kostte.
De journalist, Nicolas Henin, zei door Nemmouche te zijn gemarteld, meldde zijn werkgever Le Point zaterdag. Henin werd enige tijd gevangen gehouden samen met de Amerikaanse journalisten James Foley en Steven Sotloff, die beiden door de terreurgroep Islamitische Staat zijn onthoofd. In april werden Henin en andere Franse journalisten vrijgelaten. Ze zaten sinds juni 2013 gevangen.
Nemmouche zit in hechtenis sinds kort na de moordpartij in mei in Brussel. De aanslag was een verwezenlijking van de vrees bij Europese regeringen dat Europeanen die zich in het Midden-Oosten aansluiten bij de jihad terugkeren om in hun vaderland terreurdaden te plegen.
Vorige maand zei Henin tegen AP dat Foley vanwege zijn Amerikaanse burgerschap slechter behandeld werd dan hijzelf, maar dat de Amerikaan zich altijd moedig en waardig hield. Henin en de andere Franse journalisten werden vastgehouden in zo’n tien verschillende ondergrondse gevangenissen, vaak met andere gevangenen. Volgens de Franse overheid zijn zo’n negenhonderd Fransen naar Syrië gereisd om deel te nemen aan de jihad. Enkele tientallen van hen zijn gedood. [Novum/Radio.NL]