Illegale radiostations bestaan al sinds mensenheugenis in allerlei vormen. In met name de jaren 80 waren er in met name grote steden professionele poppiraten actief die dag en nacht uitzonden en het zo jaren volhielden; behalve wanneer ze werden gepakt, want dan waren ze een paar uur uit de lucht.
Contact via de ether
Maar omdat buiten de vaste uitzenduren de zendinstallatie er toch stond, ontstond er medio jaren ‘70 op de FM een ander fenomeen: de QSO-piraat. De term ‘QSO’ wordt gebruikt bij legale zendamateurs voor het leggen van een contact via de ether tussen de ene zendamateur en de andere. Piraten hebben deze term dankbaar overgenomen. En waar de legale zendamateurs alleen middels gesproken woord ‘verbindingen leggen’ (of anno 2020 ook met enkel data), draaien de QSO-piraten er ook muziek bij.
In de jaren ‘70 ontvingen luisteraars de radio op een andere manier dan nu. Er waren veel minder FM-zendmasten dan nu het geval is, en meer masten waren er ook niet nodig. Immers, op transistorradio’s werd nog veelal via de AM-band geluisterd, en in de woonkamer stond dan de FM-tuner. Op vrijwel ieder dak stond een eigen TV-mast voor de televisieontvangst, waar dan in vrijwel alle gevallen ook een FM-ontvangstantenne was in gehangen voor de FM-tuner in de woonkamer.
Josti-kit zendertjes
Het voordeel van al die gevoelige FM-antennes op de daken was dat een FM-piraat maar een paar watt aan zendersterkte nodig had om toch een heel aardig gebied te kunnen bereiken. In de jaren ‘70 waren er ook bouwpakketjes te koop waarmee je een laagvermogen zendertje van een paar watt kon maken waarmee je de FM-band op kon; de zogenoemde josti-kit zendertjes. Die zendertjes waren niet heel erg stabiel, maar dat maakte in die tijd niet zo heel veel uit want -mede door het verbod op commerciële radio-omroep- was het hele gedeelte van de FM-band boven de 100 MHz helemaal leeg. Een zender die als je die aanzette op de 101 MHz stond maar aan het einde van de uitzending op de 101.7? Boeien. Op dat hele stuk was er verder toch niks te ontvangen.
Veel hobbyisten schaften zo’n -overigens illegaal- setje aan, soldeerden het ding in elkaar, en knoopte het apparaat aan de FM-antenne die toch al in de TV-mast hing. En Radio Paradijsvogel was in de lucht. Maar naast Radio Paradijsvogel had een paar dorpen verderop Radio de Nooitgedacht precies hetzelfde gedaan. En Radio Nooitgedacht wilde wel eens weten wat Radio Paradijsvogel van z’n signaal vond. Dus zet Radio Nooitgedacht z’n zender aan, roept en vraagt om verbinding met de Paradijsvogel; draait een paar plaatjes van de Achterhoekse rockband Normaal, en vraagt wat de Paradijsvogel van z’n modulatie vindt, z’n spraak/muziekverhouding, z’n microfoon en z’n ontvangststerkte.
Na een paar minuten gaat de Nooitgedacht de band uit, komt Radio Paradijsvogel er in, draait ook een paar plaatjes en vertelt uitgebreid wat ie van het signaal van de Nooitgedacht vond. Om vervolgens weer na een paar minuten de Nooitgedacht uitgebreid commentaar te horen geven op alles wat de Paradijsvogel uitzendt.
Fenomeen op FM
Deze zogenoemde QSO-piraten waren in de jaren 70 en 80 een fenomeen op de FM-band. Vrijwel overal in Nederland kon je als je dat wilde hele avonden naar de gesprekken en muziek van deze piraten luisteren. Uiteraard moest je dan wel iedere paar minuten de FM-frequentie iets verzetten. Ook ontstond toen ‘de luisteramateur’; mensen die dergelijke ‘muzikale verbindingsgesprekjes’ erg konden waarderen en er graag naar luisterden, maar om hen moverende redenen niet zelf een illegale zendinstallatie aanschaften, bijvoorbeeld omdat ze het zich niet konden veroorloven om gepakt te worden.
Het werd een sport om FM-piraten van een zo ver mogelijke afstand te kunnen ontvangen. En vergeet niet: in deze periode luisterde vrijwel iedereen met een eigen FM-antenne op het dak, dus een radiopiraat had niet heel veel vermogen nodig om toch nog een aardig eindje weg te kunnen draaien.
Uitstervend ras
Maar aan alles komt een eind, dus ook aan de QSO-piraat. Al medio jaren ‘80 begonnen langzaam aan legale radiostations te verschijnen op frequenties tussen de 100 en 104 MHz, en later ook in het gebied tussen 104 en 108 MHz. Maar vooral met de komst van commerciële radio in de jaren 90 raakte de FM-band voller en voller, zeker in de grensgebieden waar traditioneel heel veel van dergelijke piraten zich bevonden. De ruimte in de ether moet in die gebieden immers ook nog worden gedeeld met de buurlanden.
Rond de eeuwwisseling was de QSO-piraat vrijwel uitgestorven. Tot op de dag van vandaag zijn er in met name noordoost Nederland nog wel FM-piraten die urenlang of soms dagen non-stop Nederlands- en Duitstalige schlagers uitzenden, soms onderbroken door het voorlezen van ontvangstrapportjes van luisteraars, maar dat piraten 1-op-1 gesprekken voeren ondersteund door muziek is er op de FM band al heel lang niet meer bij. Daarvoor heb je immers meerdere vrije frequenties nodig en die zijn er niet op de FM.
Comeback op FM
Maar sinds kort maken de QSO-piraten ineens weer een comeback. Steeds meer oude gedienden uit de 70’s en 80’s die inmiddels de middelbare leeftijd hebben bereikt steken weer zenders aan. En ook een nieuwe lichting van deze piraten pakken deze illegale hobby uit de vorige eeuw op. Hoe doen ze dat?
In Europa en in Noord- en Zuid-Amerika loopt de FM-band van 87.5 MHz tot 108 MHz. In Japan echter loopt de FM-band van 76 MHz tot 95 MHz, dus deels overlappend met elkaar. En inmiddels zijn er in het duurdere segment aardig wat FM-ontvangers te koop die de Japanse en de Europese FM-band combineren. Iemand die zo’n radio heeft merkt dat voor hem of haar de FM-band dus begint bij 76 MHz en eindigt op 108 MHz. Maar het eerste FM-radiostation dat je zou kunnen tegenkomen zit op de 87.6. En op al die vele megahertzen daarvoor gebeurt helemaal niks.
Dát is het frequentiegebied dat de QSO-piraten nu dus hebben ontdekt en waar er steeds meer actief op worden, en dan met name het gebied tussen de 84 en 87 MHz. Vroeger was er in dit gebied, net onder de FM-band, de zogenoemde ‘politieband’. Agenten en surveillancewagens communiceerden middels portofoons op deze frequenties met het hoofdbureau van politie.
Sinds de invoering van het digitale systeem C2000 is de politie verhuisd naar het frequentiegebied tussen 380 en 395 MHz. Officieel is het echter nog wél zo dat het gebied waar de QSO-piraten nu actief op zijn, tussen 84 en 87 MHz, is voorbehouden voor gebruik door het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Maar hoe dan ook: de QSO-piraten ‘rapporteren er weer op los’. Ze zitten ‘terug aan de band’. Niet langer zoals vroeger tussen de 100 en 108 MHz, maar nu dan tussen de 84 en 87 MHz. [Radiowereld.NL]
Foto’s: video still YoutubeenPixabay