De wereld van Percy Irausquin stortte in toen zijn zakenpartner Steve te Pas de stekker trok uit zijn boetiek. “De bodem zakte onder mijn voeten weg.”
De wereld van Percy Irausquin stortte in toen zijn zakenpartner Steve te Pas de stekker uit zijn Amsterdamse boetiek trok. “De bodem zakte onder mijn voeten weg”, treurt hij maandag in De Telegraaf. “Ik snapte er helemaal niets van. Waarom werd ik op straat gegooid? Ik had me altijd honderd procent gegeven. Ik sloot me op in huis, keek alleen maar tv, liet mijn baard staan. Ik heb emmers vol gehuild.”
Investeerder Te Pas, onder meer eigenaar van het jeansmerk Blue Blood, had het bedrijf van de 38-jarige ontwerper in de verkoop gedaan. “Ik zegde de coutureshow in juli af, kon het niet opbrengen”, zegt Irausquin. “Ook al stond iedereen voor me klaar. Maar ik had geen geld en vertikte het om mensen voor nop te laten werken.”
De Arubaanse mode-ontwerper, bekend om zijn kleurrijke en elegante creaties, ging al vaker door een diep dal. “Vóór dit debacle heb ik al twee grote tegenslagen gehad”, zegt hij. “De eerste keer was in 2000, toen mijn eindexamencollectie was gestolen uit de auto.” Vervolgens ging Irausquin in zee met twee mannen die de winkel Capricho hadden. “Toen de zaken goed begonnen te lopen, kreeg ik een wurgcontract onder ogen om te tekenen. Ik ben ‘m meteen gesmeerd.”
Inmiddels heeft de couturier zijn vertrouwen in de mode-industrie hervonden. Hij presenteert maandagavond in de Amsterdamse kerk De Duif een nieuwe collectie. “Totdat ik mijn naam Percy Irausquin weer mag gebruiken, voeren we de confectie onder het label PRC Collection en de couture onder Atelier PRC”, legt hij uit. “Met die initialen signeerde ik vroeger mijn tekeningen.”
Het motto van zijn nieuwste collectie staat symbool voor zijn terugkeer in de spotlight. “Raison d’être is het thema”, vertelt hij. “Het staat voor mijn liefde voor mijn familie, die me door dik en dun heeft gesteund, voor vriendschap, voor vertrouwen.”
[Novum]
