Cabaretier Youp van ’t Hek heeft geen grote dromen meer te verwezenlijken. Dat vertelt hij in de documentaire Niemand Weet Hoe Laat het Is.
Cabaretier Youp van ’t Hek heeft geen grote dromen meer te verwezenlijken. Dat vertelt hij in de documentaire Niemand Weet Hoe Laat het Is, die dinsdagavond op NPO1 wordt uitgezonden.
Regisseur Pamela Sturhoofd mocht Van ’t Hek voor de film een jaar lang volgen. “Mijn droom is dat iedereen, als ik er mee stop, denkt ‘het was best een leuke gozer’. Dat ze je een beetje missen”, stelt Van ’t Hek. “Maar ik heb geen grote dromen meer. Zes weken Carré en Luxor: voor een cabaretier als ik is er niet meer te halen.”
Hij beklemtoont in de film al veertig jaar lang elke avond met groot plezier op het podium te staan. “Dat voelt het publiek ook. Het moet elke avond iets magisch zijn.” De komiek voegt eraan toe voorlopig nog niet te willen stoppen met optreden. Van ’t Hek trad onlangs voor de tweehonderdste keer op in Carré en hint er in de documentaire op dat hij het record van Herman van Veen wil gaan verbreken. Die stond onlangs voor de vijfhonderdste keer op het podium van de Amsterdamse zaal. “Pas maar op Herman, ik kom eraan!”
Behalve Van ’t Hek zelf komt zijn vrouw Debby Petter aan het woord. “Hij hoeft tegenwoordig minder te schreeuwen, waarmee hij eigenlijk meer zegt”, stelt zijn echtgenote. “Dat hoort ook bij zijn ontwikkeling als artiest.” Petter en Van ’t Hek begonnen in de jaren zeventig samen Cabaret Nar. In de documentaire zitten een paar korte fragmenten van die eerste jaren. “Hij wordt nog steeds beter”, vindt Petter. “Dat vind ik heel bijzonder: zestig zijn en nog steeds beter worden.”
Ook de kinderen van het koppel komen aan het woord en praten openhartig over de relatie die zij met hun vader hebben.
[NOVUM]
