Jon en Alex uit St. Petersburg zijn verschrikkelijk trots dat zij op de World Press Photo 2014 staan. Het Russische gaykoppel liet de Deense fotograaf Mads Nissen toe in hun slaapkamer voor de intieme reportage. Ze zijn blij voor de fotograaf dat hij hiermee de prestigieuze fotopersprijs heeft gewonnen.
Mads hoorde woensdagavond dat hij de World Press Photo had gewonnen. “Ik was overdonderd. Toen ik weer helder kon nadenken, heb ik Jon en Alex gebeld. Ze zijn heel trots”, zei de 35-jarige Mads Nissen donderdag in Amsterdam.
Zelf is de Deen ook erg blij en trots. “Ik had dit nooit verwacht. Ik ben trots, want ik denk dat deze foto een klein verschil kan maken in de wereld. De foto kan een boodschap overbrengen over liefde, respect voor andere mensen en tolerantie. We leven in een moderne wereld. Sommige mensen zijn homo en dat zal niet veranderen. Het is tijd om toleranter te zijn.”
De foto gaat over homofobie in Rusland, vertelt Mads, die verschillende aspecten van dit fenomeen in beeld bracht. Na een serie gewelddadige foto’s van potenrammers realiseerde Mads zich dat hij intieme foto’s over homoseksualiteit miste. “In essentie gaat het over liefde. En het recht om lief te hebben wie je wilt. Toen ben ik op zoek gegaan om een foto over pure liefde te kunnen maken. Het is een moderne versie van Romeo en Julia. Ze zijn verliefd, maar iemand wil dat verbieden of voorkomen.”
Mads maakte de winnende foto tussen 02.00 en 04.00 uur in de slaapkamer van Jon en Alex in St. Petersburg, met gesloten gordijnen. “Het was een bijzondere nacht, voor mij en voor hen. Het was moeilijk de foto te kunnen maken, maar je hoort mij niet klagen. Het is mijn werk. Ik moest hun vertrouwen winnen om in hun slaapkamer te mogen fotograferen op hun intiemste moment. Ik heb ze gevraagd hun gang te gaan en net te doen of ik er niet ben.”
Volgens Mads raakt zijn winnende foto de mensen meer dan een reeks foto’s van louter homogeweld. Daarmee begon hij in juni 2013 toen hij een protest tegen de anti-homowetgeving in Rusland bijwoonde. “Ik ontmoette er een jonge onschuldige jongen. Plotseling werd hij aangevallen nadat hem werd gevraagd of hij flikker was en hij antwoordde dat hij homoseksueel is. De aanval op hem verraste me compleet, normaal lees je er alleen over. Ik wist niet of ik moest huilen, schreeuwen of de vechtpartij moest proberen te beëindigen. Kort daarna realiseerde ik me dat ik hier meer mee moest doen. Het maakte me boos, als ik me ergens over opwind is dat mijn benzine om op te kunnen werken. Als ik er niet persoonlijk betrokken bij ben, wordt het verhaal dat ik wil vertellen minder sterk. Ik moet het zelf voelen, dan voelt mijn publiek hetzelfde.” [Novum/Radio.NL]