De overname van de Amerikaanse mediagroep Clear Channel Communications verloopt niet geheel vlekkeloos. Eind vorige week berichtte de ‘Wall Street Journal’ dat de overname door de investeringsmaatschappijen Bain Capital en Thomas H. Lee Partners aan een zijden draaitje hing. Tussen de investeringsmaatschappijen en de zes banken, die het hele project dienden te financieren, was onenigheid ontstaan, waardoor het nog maar de vraag was of de overname nog door kon gaan. Inmiddels heeft de rechter bepaald dat de banken alsnog mee dienen te werken.
Vorig jaar september kwam er eindelijk groen licht voor investeringsmaatschappijen Bain Capital en Thomas H. Lee Partners om Clear Channel over te nemen. Na bijna een jaar van onderhandelingen besloten de meeste aandeelhouders akkoord te gaan met een bedrag van $39.20 per aandeel.
Het was de bedoeling dat de gehele overname op 31 maart 2008 afgerond zou zijn. Eind vorige week verschenen er echter berichten dat er problemen waren ontstaan bij de afronding hiervan. Tussen de zes banken die het gehele project dienden te financieren (Citigroup, Credit Suisse Group, Deutsche Bank AG, Morgan Stanley, Royal Bank Of Scotland en Wachovia) en de twee investeringsmaatschappijen was onenigheid ontstaan. Volgens geruchten zouden de banken op deze manier onder de overeenkomst uit willen proberen te komen.
Afgelopen woensdag besloten Bain Capital en Thomas H. Lee Partners om samen met Clear Channel naar de rechter te stappen om de banken zo te dwingen mee te werken. En met succes, want de rechter stelde de eisers in het gelijk, waardoor de banken hun medewerking dienen te verlenen.
Door alle problemen is het aandeel van Clear Channel flink gedaald. Zo stond het aandeel afgelopen maandag nog op ruim $34, maar door de aanhoudende geruchten dook het aandeel afgelopen dinsdag tot onder de $26. Door de uitspraak van de rechter stijgt de waarde van het aandeel weer gestaag en is de $30 grens inmiddels weer gepasseerd. [RS/Radio.NL]