Twee vooraanstaande Turkse onderzoeksjournalisten die worden verdacht van betrokkenheid bij een couppoging moeten hun proces in de cel afwachten. Dat heeft een Turkse rechtbank zondag bepaald. De zaak is omstreden. Tegenstanders zeggen dat het een poging is om critici de mond te snoeren. De overheid ontkent dat.
De journalisten, Nedim Sener en Ahmet Sik, zijn de afgelopen vier dagen ondervraagd. Ze worden verdacht van banden met een samenzwering met de naam Ergenekon om de regering van premier Recep Tayyip Erdogan omver te werpen. In de zaak zijn al vierhonderd verdachten, onder wie acht journalisten, aangehouden.
De zaak tegen de journalisten heeft al tot kritiek van westerse overheden en internationale mediarechtengroeperingen geleid. Duizenden betogers gingen vrijdag in Istanbul en Ankara de straat op om te protesteren tegen de aanhoudingen.
De arrestaties van de journalisten volgden op een inval vorige maand bij de oppositionele website Oda TV. Sik staat al terecht voor een boek dat hij geschreven heeft over de Ergenekon-zaak. Schrijven over de zaak tegen Ergenekon is verboden in Turkije.
Het openbaar ministerie liet weten dat het onderzoek naar Sener en Sik geen betrekking heeft op hun opvattingen of boeken. Waarover het wel gaat, kon echter ‘vanwege de vertrouwelijkheid van het onderzoek’ niet worden onthuld.
President Abdullah G??l heeft in een zondag gepubliceerd interview met de krant Milliyet zijn bezorgdheid uitgesproken over de aanhoudingen. Ze werpen een schaduw over de Turkse democratie die model staat voor andere landen in het Midden-Oosten, zei hij. Zijn kritiek is pikant, omdat G??l tot dezelfde op islamitische leest geschoeide partij behoort als premier Erdogan. De premier en andere bewindslieden stellen dat de regering niets van doen heeft met het onderzoek, dat door onafhankelijke justitiële autoriteiten wordt uitgevoerd. [Novum/AP/Radio.NL]