Vaststelling kosten medegebruik OPTA twistpunt voor Nozema en Broadcast Partners

De OPTA, de waakhond van de telecomsector, heeft in een recent besluit een vergoeding bepaald welke Nozema en Broadcast Partners aan elkaar mogen berekenen voor het medegebruik van zendmasten. Dit als gevolg van een klacht welke Broadcast Partners bij de OPTA had gedeponeerd over vermeend machtsmisbruik van Nozema. Broadcast Partners werd hierin eerder door de OPTA op een groot deel van de punten in het gelijk gesteld, waaronder de klacht over het feit dat Nozema een te hoog rendement op zijn zendmasten zou willen doorberekenen aan Broadcast Partners.

Beide operators zijn verplicht om aan redelijke verzoeken tot medegebruik van zendmasten te voldoen. Na grote druk van de overheid hebben beide kemphanen enige tijd geleden een overeenkomst gesloten, maar over de te betalen vergoeding van het medegebruik verschillen ze van mening. Nozema wilde in eerste instantie een aantal toeslagen doorberekenen aan Broadcast Partners, waaronder een zogenaamde rendementsheffing (winst). Broadcast Partners vond het door Nozema gevraagde percentage, 15 procent, echter veel te hoog. De OPTA is het hier mee eens. Ook op een aantal andere belangrijke punten moest Nozema een nederlaag slikken.

De waakhond heeft een accountantskantoor gevraagd een goed rendement te berekenen. De accountants zijn uitgekomen op 6,4 respectievelijk 9,77 procent, afhankelijk van het feit of Nozema hierover belastingplichtig is. Nozema is overigens niet vennootschapsbelastingplichtig (tot grote ergernis van Broadcast Partners, die wel vennootschapsbelasting moet betalen). Dat betekent dat het percentage uit zal komen op 6,4 procent. Dat is aanmerkelijk lager dan de door Nozema gevraagde 15 procent. De OPTA had in afwachting van het rapport van het accountantskantoor zelf een tijdelijk percentage vastgesteld, van 5,06 procent.

Opvallend is dat Nozema dit wil uitleggen als een overwinning van het bedrijf op Broadcast Partners. In een recent persbericht, dat niet op deze site is gepubliceerd, omschreef het bedrijf de uitspraak als: ” (…) de zoveelste uitspraak waaruit blijkt dat Nozema eerlijk concurreert met andere zenderoperators”. Broadcast Partners onderstreept echter dat het OPTA besluit van 15 november jongstleden absoluut niet gaat over mogelijke oneerlijke concurrentie, maar puur de winstopslag vaststelt. In een eerder besluit maakte de OPTA echter de grond gelijk met Nozema. Nozema kon op de vraag waar in het OPTA besluit staat dat de concurrentie eerlijk is geen antwoord geven.

Daarnaast vermeld Nozema dat “De tarieven die Nozema berekent voor het gebruik van haar opstelpunten (…) alleszins redelijk (zijn). Dit heeft de OPTA afgelopen vrijdag schriftelijk laten weten na een klacht van concurrent Broadcast Partners”.

Nozema vermeld: “De OPTA (…) had eind juli van dit jaar al een principe-uitspraak gedaan in deze zaak. Broadcast Partners beschuldigde Nozema ervan te hoge tarieven te berekenen voor het gebruik van haar opstelpunten. Als gevolg van deze uitspraak heeft de OPTA de tarieven opnieuw laten berekenen door een onafhankelijke accountant en daaruit blijkt dat Nozema zelfs goedkoper is dan wat de OPTA voor redelijk houd”. Woordvoerder Erik van Stokkom voegt hier in een telefonische reactie nog aan toe: “Het is natuurlijk paradoxaal dat Broadcast Partners nu precies het tegenovergestelde krijgt van wat ze wilden”.

Nozema claimt dan ook dat de besluiten van de OPTA tot hogere tarieven zal leiden voor omroepen. Broadcast Partners ziet niet in hoe dat kan. Ten eerste omdat de tarieven alleen voor medegebruik zouden gelden. Nozema zegt echter dat indien de prijs voor medegebruik omhoog zal gaan, zij ook genoodzaakt is om dezelfde kostprijsberekening te gebruiken voor haar eigen klanten.
Ten tweede snapt Broadcast Partners niet hoe het kan dat ondanks het feit dat de winstmarge is verlaagd en verschillende toeslagen in een eerder besluit door de OPTA zijn afgeschoten, de prijs kan stijgen. Het gaat hier onder andere om een risicotoeslag voor het risico dat commerciële omroepen haar uitzendingen moet staken, alsmede een extra winstopslag.
Ook heeft het college de kortprijsberekening van Nozema aangepast, van de vervangingswaarde van apparatuur naar de historische kostprijs. Ook zijn de afschrijvingstermijnen welke Nozema wilde hanteren aangepast, in het voordeel van Broadcast Partners. Dit is allemaal gebeurt tijdens een eerdere uitspraak van de OPTA, waarvan het besluit van 19 november een vervolg was.
Robert-Jan van der Hoeven, directeur van Broadcast Partners: ”Elk van deze punten leid juist tot een significante verlaging prijsverlaging en daarvan profiteren juist de omroepen natuurlijk ook! Per saldo komt het er dus op neer dat de OPTA juist een prijsverlaging heeft afgedwongen, om concurrentie mogelijk te maken”. Daarnaast vermeld Van der Hoeven dat Nozema bezwaar heeft aangetekend tegen het afschieten van enkele toeslagen, alsmede het aanpassen van de afschrijvingsgrondslagen en -termijnen. Dat ze dit bezwaar na het vaststellen van de percentages nog hebben laten staan is veelzeggend, volgens de directeur van Broadcast Partners.

Toch claimt Nozema het gelijk aan zijn kant te hebben, omdat, volgens Nozema, de kostprijs anders berekend wordt. Woordvoerder Van Stokkom was niet in staat om dit nader toe te lichten (“Ik ben geen econoom”). Hij bood wel aan dit voor te laten rekenen door anderen.

Broadcast Partners reageert vooralsnog gelaten op het persbericht van Nozema. Het bedrijf is vooral verbaast over het persbericht en plaatst flinke kanttekeningen bij de reactie van Nozema.

De onderneming is van plan inhoudelijk te reageren zodra het accountantsrapport ter beschikking is gesteld aan Broadcast Partners. Het bedrijf houd overigens de mogelijkheden open om tegen dit OPTA besluit in beroep te gaan. Van der Hoeven: “Zodra we het rapport van de accountants hebben gaan we dat natuurlijk fileren om te kijken of alles klopt.” Broadcast Partners vind de opslag namelijk nog steeds aan de hoge kant.

En passant weet Nozema ook nog te vermelden: “Broadcast Partners had tevens een klacht ingediend bij de NMa (de Nederlandse Mededingingsautoriteit) over misbruik van macht. Deze klacht is door NMa in september naar het rijk der fabelen verwezen.” Er is echter forse kritiek op dit oordeel. Zo zou de organisatie zich slecht hebben laten informeren alvorens een besluit te nemen. Broadcast Partners claimt daarnaast dat de NMa geen tijd had om de klacht te behandelen door de bouwfraude en heeft ook kritiek op de informatievergaring van de waakhond: “Het is aantoonbaar dat de NMa zich hoofdzakelijk heeft laten leiden door de informatie van Nozema, geen feitelijk onderzoek heeft gepleegd en de informatie van Broadcast Partners als klager juist terzijde geschoven heeft”. [MvD]