Op 22 februari werd in Den Haag overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de DGTP en RDR. Eén van de onderwerpen was het aantal publieke lokale omroepen dat nog steeds etherverzorgingsproblemen ondervindt, ondanks het feit dat in 1998-1999 oplossingen zijn aangeboden door de RDR. Uit een inventarisatie van de Olon blijkt dat lokale omroepen de aangedragen oplossing niet in de praktijk hebben gebracht omdat deze te duur is en/of niet wordt toegestaan door de gemeente. Vaak gaat het in zo’n geval om het in gebruik nemen van een tweede of derde frequentie. De OLON is van mening dat nu de invoering van een nieuwe FM-planning door staatssecretaris de Vries is uitgesteld, de opstelplaatsproblemen van lokale omroepen ook serieus genomen dienen te worden. Het is een zeer legitieme wens om maar één opstelplaats te willen.
UITSLUITEND VERBETERING VOOR DE COMMERCIËLE SECTOR
Een ander belangrijk punt op de agenda was uiteraard de voortgang van zero-base en de consequenties van dit onderzoek voor publieke lokale omroepen na september 2000. Dit is immers de datum waarop alle huidige vergunningen aflopen (zowel publiek als commercieel). Bij de DGTP kreeg OLON te horen dat het (nieuwe) technische onderzoek, het zogenaamde hybride onderzoek, half maart werd afgerond. Voor de commerciële sector blijkt dit onderzoek een verbetering op te leveren vergeleken met de eerdere TNO-onderzoeken. In dit onderzoek is echter in het geheel geen aandacht besteed aan publieke lokale omroep. Hiervoor gelden nog steeds de uitkomsten van het allereerste TNO-onderzoek. Maar ook hierin was nauwelijks aandacht voor publieke lokale omroep. De zogenaamde Quickscan lokale omroep had slechts tot doel te onderzoeken of het mogelijk was alle publieke lokale omroepen (terug) te plaatsen binnen de 104.9 en 107.9 MHz. Naar het latere onderzoek naar de stereofonering van lokale omroepen wordt nu helemaal niet meer verwezen. Dit blijkt achteraf, door de wijze van presenteren, slechts gebruikt te zijn om de legitieme wensen van publieke lokale omroepen belachelijk te maken.
STEREO-VOORKEURSRECHT VOOR COMMERCIËLE OMROEPEN
Het ziet er op dit moment dan ook naar uit dat zero-base voor lokale omroepen geen positieverbetering in petto heeft maar een verslechtering. Omroepen die nu om legitieme redenen buiten de zogenaamde lokale omroepband uitzenden, lopen kans dat ze per 1 september aanstaande de huidige frequentie moeten inleveren voor twee, drie of nog meer frequenties. Voor de omroepen die nu al binnen die band uitzenden verandert er waarschijnlijk niks. En dit betekent dus dat ze volgens de staatssecretaris zullen moeten leren leven met een gebrekkige mono-uitzendnorm, meerdere frequenties en (meerdere) commerciële collega’s in goede stereokwaliteit. Lokale omroepen hebben een wettelijk vastgelegd voorkeursrecht op etherfrequenties, commerciële (niet-landelijke) omroepen blijken echter in de praktijk een voorkeursrecht op stereo-frequenties te hebben.
ACTIES ROND HERVERDELING FM-FREQUENTIES
De OLON is niet van plan om zich daar zomaar bij neer te leggen. In de laatste week van maart waren er gesprekken met de mediawoordvoerders in de Tweede Kamer. Deze maand wordt het kabinetstandpunt over zero-base verwacht en in mei-juni zal de Tweede Kamer zich definitief buigen over de herverdeling. In mei is ook de ledenvergadering van de OLON. Tijdens het middaggedeelte zal een forum worden georganiseerd over de uitkomsten van zero-base. Ook hiervoor zullen de fractiespecialisten worden uitgenodigd. OLON-leden moeten vooral de komende twee maanden hun (elektronische) brievenbus goed in de gaten houden, want misschien is het nodig dat de lokale omroepen op andere wijze actie gaan voeren om hun argumenten kracht bij ze zetten! (RadioVisie)
