Het luisteronderzoek in Nederland gaat vanaf 2022 grondig op de schop. De grootste verandering is dat er elektronisch gemeten gaat worden. Maar hoe gaat dit precies en wat zijn de veranderingen? Radio.NL deed navraag bij het Nationaal Luister Onderzoek (NLO).
Voor de luistercijfers betekent dit dat er na tientallen jaren afscheid genomen wordt van de dagboekjes en radiologs via internet.
Nu moeten deelnemers aan het onderzoek (respondenten) zelf aangeven naar welke radiozender(s) ze hebben geluisterd en wanneer. Omdat dit veelal achteraf gebeurde op basis van geheugen, komt niet altijd overeen met de werkelijkheid.
Elektronisch meten
Voor het nieuwe onderzoek wordt gebruik gemaakt van een passieve meetmethode, de MediaCell app van Ipsos. Die wordt geïnstalleerd op smartphone of tablet.
“Respondenten hoeven zelf niets te registreren”, legt Frans Kok van het NLO uit. “De basismethode bestaat uit audiomatching die wordt toegepast voor alle zenders die meedoen.” De app gaat dus de audio die deze registreert vergelijken met de audio van de deelnemende radiostations.
Werkelijk luistergedrag
Door het elektronisch meten wordt het luistergedrag minutieus in kaart gebracht. Denk bijvoorbeeld aan iemand die thuis altijd naar 538 luistert en even tussendoor naar een winkel of snackbar gaat waar een hele andere zender op staat. Nu zal hij/zij waarschijnlijk aangeven de hele dag naar 538 te hebben geluisterd, terwijl in de toekomst ook het station dat in de winkel of snackbar aan stond meegenomen gaat worden.
De verwachting is dan ook dat het bereik van de meeste radiostations gaat toenemen, maar de gemiddelde luistertijd juist iets omlaag gaat.
De juiste radiozender
Daarnaast komt ook duidelijk naar voren naar welk station er precies geluisterd wordt. Nu is de kans reëel dat een deel van de respondenten een hoofdstation aankruist, terwijl er naar een themakanaal of satellietstation wordt geluisterd.
Goede voorbeelden hiervan zijn Qmusic Limburg, Qmusic Non-stop Maximum Hits in de Randstad en Radio 10 Brabant. Deze stations doen nu niet zelfstandig mee aan het luisteronderzoek en vallen officieel onder de kop “overige zenders.” Maar de kans is groot dat zij gewoon Qmusic of Radio 10 aangeven als station waarnaar ze luisteren, met als gevolg hogere luistercijfers.
Vanaf volgend jaar is dat dus verleden tijd. “Er is geen categorie ‘overige’ meer, alle zenders die we moeten meten zitten immers in de reference-side om via audiomatching geregistreerd te worden”, legt Kok uit.
Uitbreiding radiostations
Als gevolg hiervan gaat het aantal radiostations dat deelneemt aan het onderzoek uitgebreid worden met onder meer de grotere themakanalen van de bekende radiostations. “Na het schaduwdraaien, in de tweede helft van dit jaar, weten we welke zenders in het nieuwe luisteronderzoek opgenomen gaan worden.”
Distributiekanaal
Met het elektronisch meten kan ook beter in beeld gebracht worden op welke manier er naar de radio geluisterd wordt: FM, DAB+, internet of kabel. Nu moeten respondenten dat nog met de hand invullen en dan blijkt dat niet iedereen weet hoe hij/zij precies luistert.
Dat levert nog wel eens opmerkelijke resultaten op. Zo geeft momenteel 15% van de luisteraars van Kink aan via FM-ether of kabel naar de zender te luisteren, terwijl het station via geen van beide platformen uitzendt.
Voor de registratie van de distributiekanalen gaat gebruik worden gemaakt van een audiowatermerk. Elk verschillende distributiekanaal van elke station kan daarvoor een eigen watermerk krijgen. Het is aan de zenders zelf de keuze om hier gebruik van te maken. “Watermarking zal dus niet voor alle zenders ingezet worden”, voegt Kok toe.
Reportages
Of de luistercijfers die vanaf volgend jaar openbaar gerapporteerd worden het gemiddelde over twee maanden bevatten, zoals nu het geval is, of dat het echt maandcijfers zijn, zoals sinds januari bij de streamingcijfers het geval is, kon Kok nog niet zeggen.
“Dat zal nog nader bepaald moeten worden in de loop van dit jaar.” De radiostations krijgen in elk geval wekelijks cijfers over de week daarvoor. “We zullen dus veel sneller rapporteren en dichter op de actualiteit zitten.” [Radiowereld.NL]
Foto: Pixabay