Moslimomroepen dreigen te verdwijnen [Update]

De Nederlandse televisie moet het vanaf volgend jaar mogelijk doen zonder islamitische omroep. Minister van Media Ronald Plasterk (PvdA) dreigt de zendtijd van de moslimomroepen NMO en NIO echt in te trekken als zij niet snel orde op zaken stellen. “Men rolt te vaak vechtend over straat”, zei de bewindsman dinsdag tijdens het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer. “Ik wil binnen zes weken absolute garanties dat dit ophoudt. Anders gaat de stekker eruit.”

In oktober beslist het Commissariaat voor de Media over de zendtijd voor omroepen vanaf 1 januari 2010. Plasterk zei ‘geen basis’ te zien om de moslimomroepen opnieuw zendtijd te geven als daar niets verandert.

Maandag werd duidelijk dat de twee moslimomroepen jaarlijks tonnen uitgeven aan onderlinge juridische procedures en accountantscontroles. In twee jaar tijd kostte dit 450 duizend euro, op een totaal budget van 5,3 miljoen euro per jaar. Volgens Plasterk mag een omroep in principe een advocaat inhuren, maar is het niet de bedoeling dat daar vijf procent of meer van het totale budget aan wordt besteed.

De NMO en de NIO verzorgen ongeveer een uur televisie per week. Plasterk zei dat hij het in het algemeen zou betreuren als er geen islamitische omroep meer is, omdat alle andere grote religieuze stromingen ook een eigen omroep hebben. [Novum/Radio.NL]

Update
De Nederlandse Islamitische Omroep betreurt het ten zeerste dat haar naam in verband is gebracht met het verkwisten van publiek geld.

Mustafa Aarab, Programmaleider bij de Nederlandse Islamitische Omroep: “De omroep zou veel geld verspillen aan juridische kosten om onderlinge ruzies uit te vechten. We herkennen ons totaal niet in de beschreven feiten. De NIO heeft geen juridische zaken gevoerd om bestuurlijke problemen op te lossen. Er zijn dus ook geen onnodige advocatenkosten gemaakt. Het publiek geld wordt door NIO gebruikt om programma′s te maken die de moslimgemeenschap in Nederland dienen. De omroep is te allen tijde bereid om inzage in haar financiële verslagen en andere informatie te geven. Wij vinden het zeer onzorgvuldig en jammer dat er geen hoor en wederhoor is toegepast bij de tot standkoming van het artikel.”