5 Vragen over: Het collectief DAB+-aanbod voor lokale radio van de NLPO

Lokale publieke en commerciële radiostations in het hele land hebben sinds september de mogelijkheid om via DAB+ uit te zenden. De NLPO biedt radiostations een collectief aanbod voor het in de lucht brengen van de ruim 50 lokale DAB+-allotments.

Foto: RadioWereld.NL

Omdat er in de lokale radiosector nogal wat onduidelijkheden zijn en misverstanden bestaan, beantwoordt RadioWereld.NL vijf vragen over het aanbod.

1. Mag de NLPO een collectief DAB+-aanbod aanbieden?
Ja, de NLPO is de belangenvereniging voor lokale publieke omroepen en mag gezamenlijke kortingen regelen. Dit doet de NLPO nu ook al voor bijvoorbeeld het NOS Radionieuws, de ANWB verkeersinformatie en voor Buma en Sena.

Door ‘gezamenlijk’ meerdere netwerken onder te brengen bij een zenderexploitant kan deze zijn diensten goedkoper aanbieden. Dit is gebruikelijk in vrijwel alle branches waar handel of diensten/producten op grotere schaal worden ingekocht/verkocht.

Normaal gesproken mogen publieke en commerciële zenders gezamenlijk niet een kartel vormen om een product goedkoper in te kunnen kopen. Dus ook niet bij een zenderexploitant. Maar gezien de specifieke aard van DAB+-netwerken waarbij op één en dezelfde multiplex nu eenmaal meerdere met elkaar concurrerende zenders gezamenlijk dat netwerk moeten zien te exploiteren, en het dus niet anders kan, mag en kan dit wel.

Bij het collectief DAB+-aanbod van de NLPO gaan de publieke lokale omroepen rond de 60 euro per maand betalen, terwijl het tarief voor commerciële stations ongeveer 245 euro per maand gaan betalen. Dat is in sommige gevallen meer dan stations de afgelopen jaren betaalden voor uitzenden op lokale DAB+. Maar de nieuwe vergunningen stelt strengere eisen aan de netwerken qua ontvangst en signaalsterkte, waardoor deze duurder worden.

Het collectief aanbod van de NLPO biedt daarnaast niet alleen een netwerkstructuur en dekkingspercentages die gegarandeerd voldoen aan de gestelde DAB-vergunningsvoorwaarden en specifieke eisen per allotment, maar ook een volledig ontzorgde dienstverlening op het gebied van beheer en onderhoud. Dat is iets meer dan alleen zendernetwerken bouwen aanzetten.

2. Waarom gaan commerciële stations bij dit aanbod meer betalen dan publieke?
Lokale publieke radiostations kunnen voor uitzenden op DAB+ de eerste jaren subsidie van de overheid krijgen. Commerciële radiostations hebben hier geen recht op. De subsidie voor publieke stations zit al in het lagere tarief verwerkt.

3. Waarom krijgen alleen publieke stations subsidie voor DAB+ die gebruik maken van het aanbod van de NLPO?
Omdat het subsidie van de overheid betreft en om een bedrag van enkele miljoen gaat, dient ook aan de regelgeving van de overheid voldaan te worden. Hierdoor is het niet mogelijk om subsidie te verstrekken aan stations die de bouw en exploitatie van een netwerk zonder enige verantwoording of verantwoording regelen of zelf uitvoeren. Dan is immers niet duidelijk of de subsidie daadwerkelijk besteedt wordt aan waarvoor het verleend is.

Daarnaast moet bij het verlenen van grote bedragen aan subsidie voor een dienst, in dit geval bouw en beheer van DAB+-netwerken, elke partij een kans krijgen om de opdracht voor deze dienst binnen te kunnen halen. En daarom is er door de NLPO een aanbesteding opgezet en offerte uitvraag gedaan om partijen te selecteren.

Door eisen aan de netwerken te stellen, alsmede aan de bedrijven die deze diensten willen uitvoeren, wordt verzekerd dat de opdracht ook daadwerkelijk wordt gegund aan een partij die de dienst daadwerkelijk kan verlenen. Hierdoor kan de NLPO verantwoorden dat de subsidie netjes volgens de regels en verantwoord wordt uitgegeven.

Foto: RadioWereld.NL

4. Zijn lokale stations verplicht om gebruik te maken van het collectieve aanbod?
Nee, deze beslissing moeten de vergunninghouders van een allotment, zowel publiek als commercieel, samen nemen. Zij sluiten hiervoor de verplichte samenwerkingsovereenkomst af.

Naast gebruik maken van het collectieve aanbod van de NLPO kunnen vergunninghouders er namelijk ook gezamenlijk voor kiezen om het netwerk zelf te bouwen en beheren of dit rechtstreeks, buiten de NLPO om, bij een zenderexploitant weg te zetten.

5. Wat gebeurt er als vergunninghouders niet tot een samenwerkingsovereenkomst komen?
Dan zijn er meerdere scenario’s. Allereerst kan de partij die niet akkoord wil gaan zijn vergunning voor het betreffende allotment inleveren, waarna de overige vergunninghouders alsnog een samenwerkingsovereenkomst kunnen sluiten en het netwerk in de lucht kunnen (laten) brengen.

Mocht een vergunninghouder vast willen houden aan zijn vergunning, maar de samenwerkingsovereenkomst toch niet ondertekenen en de overige vergunninghouders wel, dan is er volgens de regelgeving van de RDI geen geldige samenwerkingsovereenkomst en mag het netwerk niet uitgerold worden. Enkele jaren geleden deed dit laatste scenario zich voor bij de uitrol van de landelijke commerciële multiplex op kanaal 9C, waar Kink als enige partij lange tijd weigerde de overeenkomst te ondertekenen.

Of de RDI in dergelijke gevallen daadwerkelijk alle vergunningen voor het allotment zal intrekken is niet bekend. [RadioWereld.NL]