Het is en blijft onrustig rondom de komende herverdeling van etherfrequenties. Partijen vallen over elkaar heen, en de overheid zit met de handen in het haar. Maar is dit niet hun eigen schuld? Mark van den Anker, eerstejaars student Bestuurskunde,bekeek de feiten eens vanuit een bestuurskundige achtergrond. Zijn conclusie is glashard. Hieronder staat een samenvatting van zijn verslag.
“De herverdeling van etherfrequenties is een complexe zaak. Niet alleen op het technische vlak, die ik buiten beschouwing heb gelaten. Maar zeker ook op het bestuurlijke vlak, waarop ik mij heb gericht.
De discussie rondom de FM-frequenties staat hoog op de maatschappelijke-, bestuurlijke- als op de politieke agenda. Er zijn veel verschillende partijen met allemaal weer andere belangen, waarbij voor elk van deze belangen wel wat te zeggen is.
Maar hoe heeft deze situatie, zoals deze op de dag van vandaag bestaat, zich zo kunnen ontwikkelen tot een heet hangijzer? Zijn de huidige problemen rond de verdeling van de FM-frequenties het gevolg van het overheidsbeleid in het verleden?
Sinds het begin van de jaren ’90 maakt het verschijnsel commerciële radio een explosieve groei door.
De overheid wist niet echt wat ze met de groeiende vraag naar frequenties aanmoest en heeft een aantal frequenties verdeeld en heeft deze verdeling beschouwd als een experiment. In 1998 heeft de Vereniging van Commerciële Radiostations (VCR) de taak door de overheid in de schoenen geschoven gekregen, om onderling de frequenties te verdelen met een vergunning tot 1 september 2000 (De beauty contest in ’94 even buiten beschouwing gelaten). Pas rond 1997/1998 is de overheid daadwerkelijk gaan inzien dat doelgericht beleid ten aanzien van de FM-frequenties noodzakelijk was. Dit beleid was helder: veilen.
Dit moest gebeuren nadat er een onderzoek was uitgevoerd door TNO om te kijken of het allemaal wat efficiënter kon worden ingedeeld. Dit onderzoek werd echter van tafel geveegd, met als gevolg dat het opnieuw gedaan moest worden. Nog een gevolg: 1 jaar uitstel.
De commerciële zenders die momenteel al in bezit zijn van een frequentie, waaronder Sky Radio en Radio 538, vormen een sterke coalitie tegen het nieuwe beleid van de overheid. Mede met het argument dat het beleid in het verleden onduidelijk was, maar ook door de investeringen die de zenders in de frequenties hebben gedaan. Een belangrijker wapen is, dat de stations het medium radio hebben en hiermee vele luisteraars weten te mobiliseren tegen de plannen van ‘politiek Den Haag’.
De besluiten ten aanzien van de frequenties worden keer op keer uitgesteld, waardoor de onduidelijkheid blijft. Het compromisvoorstel van de commissie Bouw bleek teveel ‘haken en ogen’ te bevatten waardoor een compromis tussen de partijen ver uit het zicht is. De verwachting is dan ook dat 1 september van dit jaar zeker niet gehaald zal gaan worden.
Wat voor besluit de Staatssecretaris De Vries (Min. V&W) ook neemt, rechtszaken van de huidige zenders of van nieuwkomers kan ze zeker verwachten. Politiek gezien is de kwestie ook op een ‘dood spoor’ geraakt. Twee van de drie coalitiepartijen hebben zich overduidelijk tegen een eventuele veiling uitgesproken, namelijk de PvdA en D66. Mochten deze partijen zwichten voor een eventuele veiling zal dit zeker gezichtsverlies opleveren en zo vlak voor de verkiezingen kunnen zij dat niet gebruiken.
Maar was er nu sprake van ‘geen beleid’? Ja. Begin jaren ’90 lag er een probleem, namelijk de verdeling van de frequenties onder de opkomende commerciële stations. De ministeries hebben toen, de frequenties die nog beschikbaar waren (de zogenaamde restfrequenties), onderling verdeeld zonder daar echt goed beleidsmatig over na te hebben gedacht. Helaas, heeft de overheid hiermee toch min of meer achter de feiten aan gelopen. Pas nadat het probleem van de de vraag naar frequenties toenam en de zenders met een frequentie in bezit zich al min of meer gesetteld hadden, is de overheid wakker geworden.
Te concluderen valt dus dat de huidige problemen van de herverdeling van de FM-frequenties puur te danken is aan zichzelf door ‘geen beleid’ te voeren. Wanbeleid dus!”
Mark van den Anker
N.B. De recente ontwikkelingen (die op een mogelijk compromis duiden) zijn niet meegenomen in dit stuk.