Over twee weken gaat staatssecretaris Medy van der Laan zich buigen over de vraag of het publieke bestel uitbreiding behoeft. Tal van aspirant-omroepen lopen zich momenteel warm.
Ze proberen uit alle macht 50.000 leden of begunstigers in te schrijven, opdat ze op zijn minst in aanmerking komen voor een toets. Naar het zich laat aanzien zullen maar twee of drie groeperingen kunnen voldoen aan die eerste voorwaarde. Dat zou op zichzelf al een afdoende teken aan de wand moeten zijn, maar niettemin neemt in omroepland de spanning toe.
De laatste aspirant-omroep die poogde tot het bestel door te dringen was De Nieuwe Omroep, destijds de club van Aad van den Heuvel en Walter Etty. Zo’n drie jaar geleden voldeed DNO aan alle eisen van de mediawet. Voldoende contribuanten, een serieus programmapakket, aanvullend op het bestaande aanbod en zo publiek als het maar zijn kan. De toenmalige bewindsman Van der Ploeg was niet overtuigd van dat aanvullende karakter. Hij verleende geen toestemming.
Eigenlijk was destijds al meteen duidelijk dat zijn weigering was ingegeven door het bestuur van de publieke omroep. In Hilversum zat niemand te wachten op alweer een club voor wie een puntje van de zendtijdtaart moest worden gereserveerd. Er was eindelijk rust in de zenderverdeling, en dat moest maar zo blijven.Tikkie naInmiddels is van die rust weinig te merken geweest. De ruzieover Netwerk was er het meest recente, maar zeker nog niet laatste voorbeeld van. Een onenigheid die overigens nog niet voorbij lijkt. Weliswaar zijn de programmamakers door hun slappe knieën gegaan, maar menig omroepvoorzitter wil nog wel even een tikkie na geven. Bang als ze zijn dat wellicht door aanhoudende kritiek op het bestuurlijk apparaat en toenemende roep om meer professionele samenwerking, hun persoonlijke hobby’s om zeep worden geholpen.
Diezelfde angst ligt ten grondslag aan de lobby richting Den Haag om toch vooral maar geen nieuwe omroepen toe te laten. Want elke bedreiging voor het eigen bestaan is er een. Ook dat is een teken aan de wand: hoe komt het toch dat omroepbestuurders zich zo onzeker weten?
In de afgelopen vier jaar heeft De Nieuwe Omroep niet stil gezeten. Er is binnen de beperkte mogelijkheden een behartigenswaardig programmapakket op internet aangeboden. In woord en beeld zijn er reportages te zien (geweest) over zaken waar de publieke omroep maar zelden en de commerciële omroepen helemaal nooit aandacht voor hebben: de politiek-maatschappelijke verhoudingen in Afrika, de globalisering inclusief het verzet daartegen, de verzakende internationale milieuwetgeving, en meer van dat al. Zware kost nu en dan, maar toegankelijk gepresenteerd.
Juist de politiek zou in deze tijd, waarin geklaagd wordt over de media die uitsluitend hypes creëren en die vervolgens zelf najagen, gevoelig moeten zijn voor het alternatieve aanbod van DNO. Maar te vrezen valt dat opnieuw gezwicht wordt voor het kijkcijferargument. Want met programma’s die DNO voor ogen staat komen de marktaandelen die Den Haag van Hilversum verlangt niet dichter binnen handbereik. Dat valt al af te lezen aan het feit dat DNO nu opnieuw zijn uiterste best moet doen om het gewenste aantal leden te werven. De afgelopen jaren zijn er meer begunstigers afgehaakt dan bijgekomen. Naar eigen zeggen heeft de omroep nog zo’n drieduizend leden nodig.WonderlijkVan de negen organisaties die een poging willen wagen tot het bestel toe te treden is er nog maar één die – officieus – het vereiste aantal begunstigers heeft: ouderenomroep MAX. En dat mag toch wonderlijk genoemd worden. Want waar de omroep nou net niet op zit te wachten is nog meer programma’s voor senioren. Recent onderzoek wees uit dat ouderen nu al oververtegenwoordigd zijn onder kijkers naar alle Nederlandse zenders, met uitzondering van Veronica en Yorin. Dus ook de RTL-en, SBS6 en Net 5, die zich vanuit hun commerciële missie richten op de ‘kopers’ in de leeftijdsgroep van 25 tot 49 jaar, trekken overwegend een ouder publiek.
Niet dat ik daar van opkijk, want op trage quizzen, retro-televisie, de zoveelste herhalingen van oude series (Bill Cosby is onlangs alweer aan zijn tiende of elfde hypocriete leven begonnen) en veel, erg veel ziekenhuisleed, zitten jongeren niet te wachten. Maar kennelijk vinden ook ouderen dit toch niet het ideale aanbod, en hebben ze behoefte aan meer of vooral andere programma’s.
Of ze dat van MAX krijgen is nog maar de vraag, want het luidst deed de aspirant van zich horen toen de comedy ‘Toen was geluk?’ dreigde te verdwijnen. Misschien moeten de omroepen, de nieuwe én de bestaande, eens met de leiding van Unilever gaan praten. Want hoe zei bestuursvoorzitter Antony Burgmans dat van de week ook alweer? ,,Wij gaan ons richten op het toevoegen van vitaliteit aan het leven.” Op de buis met die man. [KrantenOnline /Radio.NL]