Goed kauwen
Na 18 jaar kwam in februari abrupt een eind aan de radiocarrière van Wim Rigter (37). Het gevecht tegen slokdarmkanker heeft hij inmiddels verloren. De AVRO-presentator is opgegeven, maar hijzelf geeft nog lang niet op. ‘Er zijn momenten dat je er juist gelukkiger door wordt.’
We spreken af op een donderdag. ‘Dat komt het beste uit, qua deadline’, vertel ik. Met zijn ene, beschadigde stemband geeft Wim me zo goed als dat lukt een routebeschrijving. Hij klinkt als een kapotte knalpijp. Na het ophangen schrik ik alsnog van het woord deadline.
In Haarlem hangen grote rode posters van Yorin FM. We hebben Rob Stenders, we hebben Henk Westbroek, schreeuwen ze. Het is zowat de hele 3FM-programmering van drie jaar geleden. Op Wim na.
De deur van het rustieke rijtjeshuis wordt niet opengedaan door een zieke schim, maar gewoon door mijn oud-collega Wim. Met een slangetje in zijn neus. Op weg naar de koffietafel laat hij trots de kinderkamer zien die hij en Monique hebben gebouwd toen bijna twee jaar geleden hun dochtertje Jip werd geboren. Veel roze.
We praten na over Wims recente optreden in Papaul. ‘Ik wilde kanker bespreekbaar maken. Het stikt van die ziekzijn-programma’s waar zo’n EO-kleur aan hangt, dat vind ik niet nodig. Ik was wel een beetje bang om een tweede René Klijn te worden. Maar ik zat gewoon met een nare boodschap heel trots te wezen op mijn gezinnetje.’
Wim Rigter: ‘Het is niet zo dat ik het heb geaccepteerd. Dat kan niet.’
Op de radio kondigt Hans Schiffers een plaat aan. ‘Sinds ik ben gestopt met radio maken gebruik ik het toestel weer als een gewone luisteraar. Als behang.’ Voordat hij op zijn negentiende toevallig achter een piratenmicrofoon belandde, voelde Wim ook al geen uitgesproken passie voor het medium. Maar in de tussenliggende jaren had het hem stevig te pakken: ‘Als een virus. Het is zo leuk om een radioprogramma te maken, daar raakte ik meteen de eerste keer verslingerd aan.’
Eredivisie
Nadat hij drie maanden zijn favoriete LP’s had gedraaid op Octaaf FM, werd Wims aanwezigheid in de ether opgemerkt door VARA-discjockey Peter Holland. ‘Bij zo’n piraat roep je de hele tijd naar elkaar: Jeroen van Inkel heeft nog voor je gebeld, dus ik geloofde het eerst niet. Ik weet ook niet wat Peter zo bijzonder aan me vond. Als ik het nu terugluister, krijg ik kromme tenen.’
Een gesprek in Hilversum leidde tot een nachtprogramma, al snel gevolgd door een wekelijks programma op Radio 3. ‘Niet gehinderd door enige kennis zat ik ineens op de VARA-dinsdag. Ik heb on-air het vak moeten leren. Toen ik er zat dacht ik: Wim, je zit nu in de eredivisie, zorg wel dat je er blijft. Ik heb in die tijd de hele fonotheek leeggetrokken om alle muziek uit de jaren ’60 te leren kennen.’
In 1990 werd Wim benaderd door de Radio 10 Groep. Of hij programmaleider wilde worden van het nieuwe jongerenstation Power FM. ‘Bij de VARA had ik niet echt uitzicht om verder te komen, het was dus slim om wat anders te gaan doen.’ Als commerciële zenderchef ontdekte Wim de latere radiohelden Edwin Diergaarde en Edwin Evers. ‘Al denk ik dat ze er ook wel waren gekomen zonder mij.’
Power FM zat alleen op de kabel. Commerciële etherfrequenties waren er nog niet, daarvoor werd juridisch geknokt. ‘Het was echt ijdele hoop om de jeugd te bereiken via de kabel. En als ik kritisch kijk, denk ik dat we teveel als muziekliefhebbers programmeerden. Het had platter gemoeten.’ De Radio 10 Groep wist uiteindelijk enkele restfrequenties af te dwingen, maar die gingen naar het beter scorende zusterstation Radio 10 Gold. ‘Daarmee werd Power FM opgegeven. Terwijl we zo groot hadden kunnen worden als Radio 538 nu is. De platenmaatschappijen zagen ons ook wel zitten, omdat we het monopolie van Radio 3 doorbraken. We hadden ether moeten krijgen, dat hadden we verdiend.’
Toen Wim wegens bezuinigingen Power FM in een non-stopzender moest veranderen, gaf hij er de brui aan: ‘Ik kon mijn eigen DJ’s niet ontslaan. Dan ontsla ik liever mezelf.’
Luxe
Ik drink koffie, Wim wodka-cola met een pijnstiller. Ik pak de chocolademuffins uit. ‘Ha, ik ben wel een zoetekauw.’ Door de chemo, de bestraling op zijn hals en alle medicijnen smaakt veel hem niet goed. ‘Terwijl het heel belangrijk is om mijn gewicht vast te houden, anders verlies ik de strijd alleen maar sneller.’ Via het slangetje in zijn neus wordt ’s nachts een liter krachtvoer naar binnen gepompt. ‘En een bijwerking van de medicijnen tegen de uitzaaiingen in mijn hoofd is dat je veel meer gaat eten.’ Trots: ‘Ik ben al een beetje aangekomen.’
Hij staat ogenschijnlijk onbevangen tegenover zijn lot, maar van binnen kookt Wim van woede. ‘Het is niet zo dat ik het heb geaccepteerd. Dat kan niet. Ik heb een gezin, een dochter van twee. Vanmorgen hoorde ik mijn kind beneden lullen met d’r moeder en dan word ik jankend wakker. Als je op straat loopt en je ziet een vader hele gesprekken voeren met z’n dochtertje van vijf, dan is dat keihard.’
Wims moeder overleed op jonge leeftijd aan kanker. Ook bij zijn zus is de diagnose gesteld. ‘Ik heb het zelf al eens gehad, ik heb mijn halve familie om zien vallen, ik heb het dus allemaal wel op een rijtje. Maar dat betekent niet dat ik het er niet heel zwaar mee heb.’ Dan ontbranden de lichtjes in zijn ogen weer: ‘Er zijn momenten dat je er juist gelukkiger door wordt. Je gaat intenser leven. Wat eerst vanzelfsprekend was, is nu ineens een luxe.’
Pietje Bell
Wims eerste gevecht tegen kanker vond plaats kort nadat hij was teruggekeerd bij de publieke omroep. ‘Ik moest steeds overgeven. Ze dachten dat ik gewoon te hard werkte, maar er bleek een hersentumor te zitten vlakbij mijn braakcentrum.’ De operatie kostte hem één van zijn stembanden.
Na zijn revalidatie bleef hij buffelen in de nacht, invalbeurten draaien en werken achter de schermen. Dat leverde Wim de hoofdprijs op: de AVRO beloofde hem een dagelijks programma in de late middag op Radio 2. Een korte vakantie en enkele omroepmachinaties later bleek het ineens een dagelijks programma in de late ochtend op Radio 3 te zijn geworden. ‘Arbeidsvitaminen vond ik eigenlijk een mindere optie. Maar het was wel het bestbeluisterde programma van Nederland. Ik heb het dus toch maar gedaan.’
Na duizend Bazen van de Dag en nog meer platen van Bon Jovi was in 2001 de lol eraf. ‘Arbeidsvitaminen is gevoelsmatig toch een eindstation. Als je nog aspiraties hebt als presentator moet je dat programma niet te lang maken.’ Wim kroop achter de schermen en werd talentenbegeleider voor de jonge 3FM-kuikens die in de nacht vlieguren mochten maken. ‘Dat was hard nodig. Er was bij Radio 3 geen hond die ooit met je praatte over wat je uitzond. Echt begeleid was ikzelf dus nooit. Daarom wilde ik die afdeling zo graag opzetten.’
Tegelijkertijd begon hij als verslaggever op Radio 1. ‘Ik moest daar een beetje de Pietje Bell worden. En dat is ook wel gelukt. Neem mijn laatste reportage; je kunt natuurlijk gewoon met een stadswacht praten over de gevaren van zijn werk, maar het is veel leuker als je hoort hoe de verslaggever tijdens dat interview daadwerkelijk bijna van zijn sokken wordt gereden door een asociale weggebruiker.’
Toen eind 2002 een presentator voor Nachtdienst werd gezocht, aarzelde Wim geen moment. In het nachtelijke programma beantwoorden luisteraars elkaars vragen. ‘De sfeer van nachtradio is zoveel leuker dan overdag. Ik mis het ook wel.’
Trots
Wims tweede gevecht tegen kanker zal hij niet winnen. ‘Ik kreeg last van mijn spijsvertering en dacht dat ik dezelfde maagkwaal had als mijn vader. Maar mijn hele slokdarm bleek vergeven van het tumorweefsel.’ De artsen vonden Wim al te ver heen, maar hij dwong toch een operatie af. Die kwam te laat om uitzaaiingen naar zijn botten en bloed te voorkomen. Begin september werd Wim opgegeven.
‘Joehoe!’ Monique komt binnen. Vier maanden geleden zijn ze getrouwd. Ze aait over zijn rug. ‘Hee, schatje.’ Monique heeft locaties gespot voor het verjaardagsfeestje van Jip. Het wordt een kinderparadijs met ballenbakken en kastelen. Wim straalt: ‘Ik ben de trotste vader van de hele melkweg.’ Tegenover mij zit geen man die gaat sterven. Hier zit een man die leeft.
Van eerbetonen na zijn overlijden wil Wim niet weten: ‘Alsjeblieft zeg, er wordt al zoveel geluld op de radio. Je bent zo goed als je laatste uitzending, dat zijn de spelregels van het medium. Ik werd in mijn laatste verslag bijna doodgereden, dat is dus prima gelukt.’ Wil hij de mensheid dan misschien nog iets meegeven? Pietje Bell grijnst: ‘Goed kauwen.’ [Roeland van Zeijst / Broadcast Magazine / Radio.NL]