Radiostations dreigen de komende jaren fors meer te moeten gaan betalen aan Sena. De rechter heeft de collectieve beheersorganisatie (cbo) namelijk in het gelijk gesteld in een zaak over de te betalen vergoedingen die was aangespannen tegen de branchevereniging VCR.

Met de uitspraak van de rechter is er na acht jaar eindelijk een vonnis geveld in deze langslepende zaak.
Al in 2017 sleepte de Sena, die de rechten van muzikanten en producenten van muziekstukken behartigt, de Vereniging Commerciële Radio (VCR) voor de rechter. De Sena is van mening dat het recht heeft op een hoger percentage.
Sinds 2004 krijgt Sena van alle radiostations een percentage van de commerciële inkomsten voor het draaien van muziek. Hoe meer een radiostation verdient, des te meer ze moeten betalen.
Van 2,7 naar 10%
Sena is echter van mening dat ze recht heeft op een veel hoger percentage en zegde de overeenkomst met de VCR per december 2011 op. In plaats van de gemiddeld 2,7% die de stations nu betalen, wil Sena 10%. Daarmee zou het percentage op gelijke hoogte komen met die van Buma/Stemra, die de rechten van componisten en uitgevers regelt.
Bovenop de 10% wil Sena ook nog eens 13,4% van de inkomsten die gegenereerd worden door simulcasting via internet.
Tussenvonnis in voordeel van de VCR
Pas in november 2021 kwam er een eerste uitspraak in de bodemprocedure van de Sena. Het betrof een tussenvonnis waarin de rechter de cbo in het ongelijk stelde. Zo werden meerdere (reken)methoden en argumenten die Sena aanvoerde om de tarieven fors te mogen verhogen afgeschoten door de rechter.
Om te bepalen wat wel een billijke vergoeding is besloot de rechter om een geschillencommissie opdracht te geven onderzoek te doen en advies uit te brengen. Daarbij werd de geschillencommissie bepaalde handvaten meegegeven, waar het rekening mee moest houden.
Onpartijdig onderzoek?
Maar de geschillencommissie ging haar eigen gang en oordeelde pas in 2023 dat het percentage dat aan de Buma betaald moet worden ook voor de Sena zou moeten worden gehanteerd. Die conclusie was overigens niet echt verwonderlijk aangezien twee commissieleden banden hadden met een cbo
De zaak werd echter nog bizarrer toen de voorzitter van de Geschillencommissie in de maand waarin het onderzoek werd afgerond werd aangesteld als lid van de Intellectuele Eigendom-kamer van de Rechtbank van Den Haag en daarmee het mede geschreven advies over de vergoedingen moest gaan beoordelen.
Na opnieuw uitstel eindelijk uitspraak
Na oplevering van het rapport werd het vonnis opnieuw keer op keer uitgesteld. Dit zorgde er in oktober 2024 zelfs voor dat de zaak deels opnieuw moest omdat twee van de drie rechters die de zaak behandelden niet meer inzetbaar waren.
Na opnieuw meerdere keren uitstel van het vonnis kwam deze nu eindelijk. En dat vonnis stond gelijk haaks op die van het tussenvonnis. De rechter schoof vrijwel alle opgevoerde argumenten van de VCR ter zijde en oordeelde geen bezwaren te zien in het advies van de Geschillencommissie. Ook oordeelde het dat Sena de tarieven mag verhogen naar 10%..
Het bezwaar van de VCR dat de Geschillencommissie zich niet aan de opdracht heeft gehouden is door de rechter afgedaan met het oordeel dat een deskundige een zekere mate van vrijheid heeft in de verstrekte opdracht
Ook het bezwaar van de VCR dat de Geschillencommissie niet onpartijdig en niet financieel en economisch deskundig was is door de rechter van tafel geveegd met de boodschap dat de VCR de commissie destijds maar had moeten wraken.
Gevolgen voor de hele radiosector
De uitspraak van de rechter heeft waarschijnlijk gevolgen voor de gehele radiosector, want Sena gaat deze ongetwijfeld ook aangrijpen om de verhoging door te voeren bij andere (niet-landelijke) commerciële stations.
Voor de VCR en/of Mediahuis bestaat nu de mogelijkheid om in beroep te gaan. Of dit gaat gebeuren is nog onduidelijk.
Opvallend is overigens dat bij de tussenuitspraak nog alle VCR-leden als deelnemende partijen werden vermeld, maar dat dit bij het eindvonnis alleen nog Mediahuis Radio is. Het lijkt er dan ook sterk op dat Talpa en DPG zich teruggetrokken hebben uit de zaak. De reden hiervoor is echter onduidelijk.
De complete uitspraak is hier terug te lezen. [RadioWereld.NL]
Zie ook: Herbert Visser: “Graaicultuur overheid en cbo’s maken radio uitdagende businesscase”